Sander de Hosson is longarts in het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. Hij is hoofdredacteur van Probleemgeoriënteerd denken in de palliatieve zorg en schrijft columns over het belang van goede kwaliteit van leven en sterven in de palliatieve fase. Sander is lid van het Comité van Aanbeveling van het Landelijk Expertisecentrum Sterven.
Wat is jouw eerste persoonlijke ervaring met sterven en hoe heeft dat jouw visie op sterven en dood bepaald?
Mijn opa stierf toen ik 11 jaar oud was. Ik was er ondersteboven van. Ik kan me vooral herinneren hoe bang ik was om in een ruimte met hem te zijn of naar hem te kijken. Door mijn werk heb ik geleerd dat je echt het verschil kan maken in het begeleiden van overlijden. Ik heb ook voorbeelden gezien van artsen en andere zorgverleners hoe het absoluut niet moet. Dat heeft me gesterkt in mijn gedachten over wat voor soort dokter ik wil zijn.
Je bent longarts en hebt een grote interesse in palliatieve zorg. Waar komt dat vandaan?
Toen ik geneeskunde studeerde, wilde ik graag genezen. Nu ik arts ben, weet ik hoe betrekkelijk weinig de geneeskunde kan op het gebied van genezen.Veel longpatiënten overlijden. Dat is een gegeven. Aan longkanker overlijdt 85% van de patiënten. Ook aan de ziekte COPD overlijden veel mensen. Elke longarts begeleidt hoe dan ook patiënten die zullen gaan overlijden, dus ik kwam er veel mee in aanraking. Het is vooral verlichting van klachten en veel vaker eigenlijk troost bieden. Ik zag hoe belangrijk palliatieve zorg was en ik zag hoe het een relatief ondergeschoven kindje was. Dat wilde ik veranderen.
Wat zijn de onderwerpen die longkankerpatiënten het meest bezig houden?
Bij longkanker is de angst voor benauwdheid of om te stikken groot. Ik vertel dat mensen er niet bang voor hoeven te zijn. Ik heb eigenlijk nog nooit iemand zien stikken. We hebben hele krachtige medicijnen die we kunnen geven waardoor het overlijden waardig kan verlopen. De angst is irreëel. Eerst zijn patiënten bezig met overleven. Dat is een oerinstinct. Als op een gegeven moment (of direct) blijkt dat dat niet meer zal kunnen, schakelen mensen vaak over op kwaliteit van leven en later ook kwaliteit van sterven. Daar zijn ze veel mee bezig.
Neem jij je werk mee naar huis of kun je er ook afstand van nemen?
Ik neem mijn werk gelukkig alleen in uitzonderlijke gevallen mee naar huis. Bijvoorbeeld het overlijden van een zeer jonge patiënt. En in die zeldzame gevallen dat ik het mee naar huis neem, is daar de ruimte voor. Gelukkig maar.
Naast je werk als longarts ben je hoofdredacteur van Probleemgeoriënteerd denken in de palliatieve zorg en je blogt over jouw werk. Hoe combineer je dat alles?
Ik houd niet zo van stil zitten. Dan word ik ongeduldig.
Hoe waardevol kan een stervensproces zijn? Voor de stervende en voor naasten?
Heel waardevol. Het is het kruispunt van heel veel belangrijke wegen. Wegen die bewandeld moeten worden. Het is van belang dat de zorg zo ingericht is dat mensen niet met allerlei nare lichamelijke klachten moeten bezig zijn, maar zich juist kunnen richten op afscheid nemen en bij elkaar zijn.
Hoe kijk jij persoonlijk aan tegen het stervensproces?
Ik denk net als een ieder ander. Ik vind de dood beangstigend. Ik vind doodgaan wat minder eng dan vroeger, want ik weet dat er in Nederland goede palliatieve zorg is.
Hoe kijk je aan tegen euthanasie?
Ik ben voorstander. Ondraaglijk lijden is verschrikkelijk. Ik heb patiënten gezien die vanwege principiële bezwaren door gingen. Ik geloof er niet in dat ‘lijden loutert’. Ik vind dat een fatsoenlijk stervensbed loutert. En ik wens iedereen een fatsoenlijk stervensbed toe, waarbij de zorg steun en hulp biedt.
Je ontving de Global Lung Cancer Journalist Award 2015 van de patiëntenorganisatie Longkanker Nederland. Wat houdt deze prijs in en wat betekent het voor jou dat je deze award kreeg?
Dat is een heel aardige prijs die jaarlijks wordt uitgereikt en een aanmoediging voor het werk dat ik doe. Ik kreeg hem voor de blogs die ik geschreven heb en daarom ben ik er erg trots op.
Was is een hardnekkig misverstand dat bij mensen leeft over jou of jouw werk?
Dat mijn vak alleen maar over slijm (sputum) gaat. Eigenlijk is dat maar een miniscuul onderdeeltje.
Hoe kijk je aan tegen ons initiatief/onze stichting?
Hartstikke goed. Ruim baan voor alle initiatieven die waardig overlijden mogelijk maken!