De dood door Elke Veldkamp. Deze titel doet vermoeden dat dit boek de belangrijkste zaken rondom de dood beschrijft. De auteur koos ervoor om mensen te interviewen over diverse onderwerpen die met de dood te maken hebben. Ze is daarbij uitgegaan van wat zij zichzelf afvroeg over de dood. Zoals hoe mensen door de eeuwen heen tegen de dood aankijken en ermee omgaan. Ze interviewde een historicus, diverse hoogleraren, een psychiater, twee artsen, de oprichter van het Landelijk Expertisecentrum Sterven, een rouwtherapeut en een manager van Natuurbegraven Nederland.
We leren van dit boek veel dingen. Zoals dat het heel lastig inschatten is – ook voor psychiaters – of iemand echt zelfmoord wil plegen. En we lezen over veroudering van het lichaam. Welk effect bijvoorbeeld de hongerwinter van 1944 nu nog heeft op mensen die toen als kind ondervoed waren. En dat de levensdrang bij ouderen hoog is, ondanks onvermijdelijke veranderingen zoals de dood van de levenspartner.
In De Dood zijn veel hoopvolle passages te vinden. Bijvoorbeeld dat hospice Demeter in De Bilt ernaar streeft het leven te ‘vieren’; in dit huis wordt geleefd en ‘uitgeleefd’. Elk mens heeft de behoefte het leven goed te kunnen afronden. Existentiële zaken krijgen aandacht in dit hospice.
Hoogleraar Agnes van der Heide, specialist op het gebied van besluitvorming en zorg rond het levenseinde, onderzocht de maatschappelijke kant van de gezondheidszorg. Ze is lid van de commissie die de overheid adviseerde geen aparte wet te maken voor mensen die niet ziek zijn, vinden dat zij een voltooid leven hebben en daarom hulp bij zelfdoding willen. Ze is bezorgd. De visie van de overheid, namelijk dat de effecten van deze wet gunstig moeten zijn voor de maatschappij, werd door Van der Heide en de commissie opgevat als ‘wat goed is voor de mensen’. Maar het (vorige) kabinet maakte zijn eigen keuze. Hulp bij zelfdoding voor gezonde mensen is een buitengewoon belangrijk thema waar iedereen van op de hoogte zou moeten zijn.
Psychiater Jan Mokkenstorm komt ook aan het woord. Hij richtte telefoonlijn en online platform 113 Zelfmoordpreventie op. En is ervan overtuigd dat een doodswens in feite de afwezigheid van mogelijkheden tot leven is. Hij denkt dat Nederlanders misschien te weinig eelt op de ziel hebben en daarom minder weerbaar zijn dan mensen in landen waar het leven meestal overleven is.
De auteur sprak ook een forensisch arts. Die benadrukt het belang van een goed lijkschouw bij iedere overledene. Gepensioneerd cardioloog Pim van Lommel vertelt zijn visie op bewustzijn en dat is anders dan we tot nu toe aannemen, namelijk dat je bewustzijn in je hersenen zit. Hij is expert op het gebied van bijna-doodervaringen.
Verder interviewt de auteur Ineke Koedam, de oprichter van het Landelijk Expertisecentrum Sterven. Zij heeft ervaren dat veel mensen moeite hebben om hun eigen sterfelijkheid te accepteren en dat zij bang zijn om dood te gaan. Dat is ook uit onderzoek gebleken. Daarom is informeren over het stervensproces belangrijk. Koedam legt dat proces aan de hand van de elementenleer uit. En pleit voor een samenleving waarin mensen weer kwetsbaar mogen zijn. Zodat zij zich durven overgeven aan de ander in hun laatste levensfase. Daarmee hoeven zij niet de mooie en belangrijke ervaringen te missen die het stervensproces met zich mee kan brengen.
Veldkamps keuze welke experts te interviewen, maakt het boek verrassend. Het is een mooi – vrij compleet en zorgvuldig geschreven – boek voor mensen die nog weinig hebben gelezen over sterven en de dood. Lezen dus!
Bezoek hier de website van Anne Gouweloos.