Uw bijdrage maakt het verschil!

Wij kunnen ons werk doen dankzij gulle donaties van fondsen en particulieren. Vindt u ons werk belangrijk voor de Nederlandse samenleving? Word dan ook donateur van de Stichting. Meer informatie
#Interviews

In Beeld: Karin Brandt

de Redactie

15 januari 2019

5 minuten lees tijd

In Beeld: Karin Brandt

Karin Brandt verzorgt sinds zeven jaar Beeldende begeleiding in diverse hospices. Samen met het Netwerk Beeldende begeleiding in de laatste levensfase brengt zij deze vorm van begeleiden onder de aandacht in de palliatieve terminale zorg. In november 2018 verscheen haar boek Beeldende begeleiding in de laatste levensfase. Als woorden te kort schieten.

Wat is beeldende begeleiding?

Bij Beeldende begeleiding begeleid je mensen in de laatste fase van hun leven en voeg je in het spoor van diegene in. Niet een probleem geeft richting aan het handelen van de begeleider, maar het verlangen van de stervende mens. Je werkt vanuit professionele nabijheid. Beeldende begeleiding is geen creatieve therapie. Even heel zwart wit: in therapie zet je als therapeut een spoor uit om aan een probleem te werken, iets ‘op te lossen’. Als therapeut ben je opgeleid om te werken vanuit professionele distantie. Beeldend begeleiders hebben dus een andere manier van kijken, denken en handelen dan creatief therapeuten. Beeldende begeleiding is geen therapie, maar de uitwerking is wel therapeutisch, in de zin van ‘heilzaam’.

Beeldende begeleiding is dus niet hetzelfde als therapie. Kun je nog iets meer schetsen?

Beeldende begeleiding begeeft zich in een heel breed gebied. Iedere beeldende ontmoeting is anders. De essentie van mijn werk is om zorgvuldig af te stemmen op iedere mens die ik ontmoet. Ik geef wat voorbeelden: Een gezin met jonge kinderen maakte tijdens Beeldende begeleiding met elkaar een gezinsschilderij. Ze tekenden een hart en vulden dit in met een handafdruk van vader, moeder en de kinderen. Dat was als een klein, impliciet en informeel ritueel van liefde, verbinding en afscheid. De begeleiding van een oude dame die ik ontmoette verliep heel anders. Zij maakte een herinneringsdoosje voor een achterkleinkind dat nog geboren zou gaan worden. Een lijntje van verbinding werd gelegd tussen de ongeboren baby en de stervende overgrootmoeder. Of een meneer die een brief schreef aan zijn dochter om haar te danken voor haar liefde en steun. En een jonge vrouw die graag samen met haar echtgenoot een schildering wilde maken, om iets voor hem te maken, hem iets na te kunnen laten van hen samen. Ze wilde hem op deze manier van steun zijn in de rouw als zij zou zijn overleden. Beeldende ontmoetingen met heel verschillende mensen met heel verschillende verlangens.

Met Beeldende begeleiding doe je dus iets creatiefs met de gasten van het hospice?

Beeldende begeleiding wordt vaak op deze wijze benoemd. Het als ‘iets creatiefs doen’ benoemen komt voort uit een feitelijke manier van kijken. ‘Alles krijgt een andere betekenis in de laatste fase van het leven’, zei mijn collega Marinus van den Berg eens tegen mij. En dat geldt ook voor Beeldende begeleiding. Het beeldende aspect, het creatieve, is nooit een doel op zich. Het gaat niet om ‘een activiteit’. Maar het beeldende biedt als het ware een andere taal waarin ‘gesproken’ kan worden over wat niet in woorden te vatten is. Het aanreiken van het beeldende aspect door mij als begeleider is altijd dienstbaar aan het proces van afscheid nemen van het leven en dierbare naasten. Als Beeldend begeleiders zijn we niet gericht op ‘doen’, we zijn niet ‘doenerig’. We werken vanuit zijn, vanuit presentie. Afstemmen, aansluiten, Beeldende begeleiding als mogelijkheid aanreiken en dan het proces volgen dat zich ontvouwen gaat.

Vertel eens iets meer over ‘Het proces dat zich ontvouwen gaat?’

Ik zeg wel eens: met het aanreiken van Beeldende begeleiding maken we een bedding. Daarin kan iets gaan stromen. Maar wat gaat stromen, dat is iedere keer opnieuw een verrassing. Dat is een zich ontvouwend proces. Ik geef nog een voorbeeld: Een zeer teruggetrokken mevrouw wilde in eerste instantie een klein doosje voor haar dochter versieren om het sieraad in te doen wat ze voor haar had laten maken. Maar toen ik een paar dagen later kwam, zei ze: ‘Het wordt iets anders’ en ze vertelde dat ze doosjes wilde maken voor haar dochter om symbolisch haar tranen in te kunnen doen en haar boosheid en angst en eenzaamheid. Het maken en geven van deze doosjes was manier waarop ze haar dochter troost kon bieden.

Heeft het verzorgen van Beeldende begeleiding je iets geleerd?

Ja, zeker. Het heeft me geleerd te werken vanuit vertrouwen. Ik stuur als begeleider niet een proces aan, zet niet iets in gang, maar ik reik een mogelijkheid aan. Dat aanreiken van Beeldende begeleiding is als een zaadje dat wordt geplant. Wat er daarna gaat ontstaan is niet aan mij. Het is aan de ander, de stervende mens, of hij of zij denkt dat dit wellicht goed zou kunnen doen. Dat maakt bescheiden. Als hulpverleners helpen we zo graag en denken we, goed bedoeld, zo vaak dat wij weten wat goed is voor de ander. Van de week hoorde ik daar een mooie uitspraak over: Vraag niet ‘What is the matter with you?’ maar ‘What matters to you?’. Die laatste vraag wortelt in een heel andere manier van denken en kijken.

Op welke wijze is Beeldende begeleiding van betekenis in de laatste fase van het leven?

Beeldende begeleiding kan op eigen wijze, zonder veel woorden, ondersteunen in het afscheid moeten nemen van het leven en dierbare naasten. Het kan verzachten, verbinden, de emotionele draagkracht versterken, soms kan het helpen in het heel maken van iets dat nog schrijnt uit het leven.
Beeldende begeleiding gaat vaak over liefde en verbinding en het beeldende is daarin een hulpmiddel. ‘Dit is zo fijn’, zei een jonge vrouw die iets persoonlijks creëerde voor haar zus. Daar zat ze in bed: een zeer kwetsbare vrouw, een kwast in haar hand, met stralende ogen. “Dat was de eerste keer dat ik haar zag glimlachen.”, zei een verpleegkundige later tegen mij.

Wil je zorgverleners iets meegeven?

Ja! Mijn ervaring is dat sommige zorgverleners of coördinatoren/managers van hospices in eerste instantie afwerend reageren. Denken ‘Moet dit allemaal?’ Mensen zijn te ziek. Je moet ze hier niet meer mee belasten.” Mijn ervaring, en die van mijn collega’s, is dat deze vorm van begeleiden echt geen tovertruc is, het spreekt niet alle mensen aan. Maar het kan een deel van de mensen goed doen. En hoe fijn en waardevol is het dan dit in de palliatieve terminale zorg te kunnen bieden aan de mensen. ‘Alles viel haar uit handen’, zei een zus terugkijkend tegen mij, ‘Hoe waardevol dat ze tijdens de Beeldende begeleiding in die laatste week nog iets heeft kunnen doen dat zij als fijn en zinvol ervaarde. Dat was troostvol voor haar. En dit idee is nu ook troostvol voor mij.’ Dat ze dat zo verwoordde ontroerde me.

Hoe ervaar je het dat je dit werk doet?

Ik ben dankbaar dat ik dit werk kan en mag doen. Dat ik met mijn werk van betekenis kan zijn voor mensen in die kostbare en kwetsbare tijd van de laatste fase van het leven, ontroert me. Het leert me veel. Over afscheid en leven en sterven. En op persoonlijk vlak leer ik mijn hart steeds meer te openen. En durf ik steeds meer nabij en kwetsbaar te zijn. En het doen van mijn werk leert me over de liefde en het verlangen zich verbonden te weten met de ander. Juist in de periode van afscheid en loslaten kan dat verlangen groot zijn. En kan Beeldende begeleiding daarin soms onverwachts van betekenis zijn. Als dat gebeurt voelt dat voor de stervende mens, diens naasten en ook voor mij als een groot geschenk.

Karin Brandt komt op 15 februari tijdens onze ontmoetingsmiddag in Amersfoort vertellen over haar werk.
www.karinbrandt.nl

Schrijf u in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte.