Het lijden aan het eind van het leven kan zo zwaar zijn, dat het verlagen van iemands bewustzijn (‘sederen’) het enige is dat de situatie nog kan verlichten. Deze behandeling wordt palliatieve sedatie genoemd.
Palliatieve sedatie is bedoeld om de patiënt rust te geven, zodat hij geen pijn, benauwdheid, onrust en/of angst meer voelt. De arts dient een medicijn toe om een bewustzijnsdaling te bereiken. De mate van het bewustzijnsverlies is variabel, van gering tot volledig. Het zoeken naar de goede dosis van de medicatie kan even duren: 24-48 uur is niet ongebruikelijk. Dit komt omdat het vooraf niet precies te voorspellen is hoe iemand op het medicijn reageert. Meestal is er vanaf de start van de palliatieve sedatie geen contact meer mogelijk met de zieke. Als er nog iets gezegd moet worden, dan is dit hét moment.
Voordat de arts tot palliatieve sedatie mag overgaan, moet de situatie aan twee belangrijke voorwaarden voldoen. Dat hebben de artsen in Nederland met elkaar afgesproken.
1. Een eerste voorwaarde is dat de zieke zich daadwerkelijk in de stervensfase bevindt: zijn levensverwachting moet beperkt zijn (enkele dagen, hooguit twee weken);
2. De tweede voorwaarde is dat de klachten niet meer op een andere wijze te verlichten zijn. Deze situatie kan bijvoorbeeld ontstaan door lichamelijke pijn, maar ook door verwardheid, misselijkheid, uitputting, benauwdheid, angst of een optelsom van dergelijke klachten.
Zieken (of hun naasten) kunnen geen palliatieve sedatie ‘bestellen’. De beslissing tot palliatieve sedatie wordt genomen door de arts, al dan niet na overleg met collega-artsen of verpleegkundigen. De arts moet daarbij rekening houden met de genoemde voorwaarden. Uiteraard kunnen zieken (of hun naasten) wel het initiatief nemen om over deze behandelingsmogelijkheid te praten.
Palliatieve sedatie wordt vaak verward met euthanasie. Vaak worden beide termen ook in één adem genoemd. Dat is niet zo vreemd, omdat beide behandelingen het lijden op een sterfbed beëindigen. Daarnaast zijn er belangrijke verschillen. De belangrijkste is misschien wel dat de zieke bij euthanasie onmiddellijk na het toedienen van de medicatie (‘euthanatica’) komt te overlijden, terwijl het moment van sterven bij palliatieve sedatie moeilijk te voorspellen is. Ook van belang is het verschil in de bedoeling van de behandeling: bij euthanasie is dat het beëindigen van het leven, bij palliatieve sedatie het verlichten van het lijden.
Daar komt bij dat de uitvoering van euthanasie in principe op een geheel ander tijdstip in het ziekteproces aan de orde kan komen dan sedatie. Palliatieve sedatie is verbonden aan de laatste dagen en weken van iemands leven, euthanasie kan toegepast worden terwijl de persoon ‘normaalgesproken’ nog weken, maanden of zelfs jaren te leven heeft. Een helder boekje over de verschillen tussen euthanasie en palliatieve sedatie is ‘De laatste slaap’, geschreven door Rob Bruntink.
Dorothé; “Op een gegeven moment ging mijn vader snel achteruit. Hij was onrustig, angstig en had pijn. De arts noemde palliatieve sedatie als optie. Dat hebben we met mijn moeder en broer besproken. We hebben gewoon afscheid kunnen nemen van hem. Op vrijdagmiddag drie uur kreeg hij medicatie toegediend. Vanaf dat moment konden we niet meer met elkaar praten. Zondagavond is hij overleden. Ik kijk er met een tevreden gevoel op terug. Het was voor hem het beste. Het was natuurlijk een vreselijke beslissing, maar hij was echt op.”
Het moment van sterven na de start van palliatieve sedatie is onvoorspelbaar. Het kan enkele uren, maar ook enkele dagen duren. Hoe vaak duurt het meestal?
Minder dan 1 dag | 47% |
1-7 dagen | 47% |
Langer dan 7 dagen | 6% |