Met mijn moeder die las en breide tegelijk en mijn vader die zes uur per dag piano speelde heb ik jarenlang gepraat, gelachen en ruzie gemaakt totdat ze werden ingelijfd bij de legendarische 6 miljoen. Een getal, waarover na ruim een halve eeuw nog steeds wordt geredetwist. Hun gezichten beginnen te vervagen. De klank van hun stem is al bijna ontkleurd. Straks ben ik er ook niet meer. Dan zal het zijn alsof wij drieën nooit hebben bestaan.
Hanny Michaelis, Tirade, 2000