Uw bijdrage maakt het verschil!

Wij kunnen ons werk doen dankzij gulle donaties van fondsen en particulieren. Vindt u ons werk belangrijk voor de Nederlandse samenleving? Word dan ook donateur van de Stichting. Meer informatie
#Emoties en sterven

De storm

Marian van der Veen, ritueelbegeleider

27 september 2020

2 minuten lees tijd

De storm

Vandaag hebben we geen contact en weet ze nauwelijks dat ik er ben. Vanuit mijn stoel naast het bed kijk ik naar het mij zo vertrouwde lichaam. Ze heeft de ogen gesloten en met haar rechterhand maakt ze kleine knijpbewegingen met duim en wijsvinger. Soms beweegt haar mond. Het gewichtsverlies van de afgelopen maanden heeft de contouren verscherpt. Zes weken geleden kon ze niet meer in de stoel zitten en inmiddels heeft ze volledige verzorging nodig. Eén avond heeft ze gehuild omdat ze niet begreep waarom ze niet uit bed kon om een sigaretje te roken. Dat snijdt werkelijk door je ziel. Kennelijk heeft ze zich er daarna bij neergelegd. Ze klaagt niet, laat het gelaten over zich heen gaan. Als ik haar vraag hoe ze zich voelt, zegt ze ‘goed’.

De eerste ontreddering die zich van mij meester maakte toen ze op bed kwam, is weer gezakt. Het gaat langzaam. Ons is de tijd gegund haar beetje bij beetje los te laten. Het zijn dierbare uurtjes die ik naast haar bed doorbreng, ongelooflijk hoe snel de tijd daar verstrijkt. Gelukkig mag ze op haar vertrouwde kamer blijven tot ze overlijdt. Mijn vader woont er ook en is in de gelegenheid dagelijks even bij haar te zitten. Langzaam komt hij tot het besef dat zijn vrouw stervende is. Het duurt een paar weken voordat hij dat hardop naar ons durft uit te spreken.

De voorbereiding op het leven duurt negen maanden. In dit bed vindt een omgekeerd proces plaats. Dat ze steeds vaker in de foetushouding ligt, lijkt bijna symbolisch. Ze zegt weinig, meestal zijn we samen stil. ‘Waar moet ik heen?’ vroeg ze een keer zomaar uit het niets. ‘Dat wijst zich vanzelf ma, laat het maar gebeuren’, heb ik geantwoord. Een andere keer vroeg ze waar ze heen ging. ‘Je gaat op reis ma, naar je eindbestemming.’ Ze kwam terug met de vraag hoe het daar was. ‘Ik ben er nooit geweest ma. Maar wat ik ervan gehoord heb, is het er prachtig.’ Soms lees ik haar voor. In het sprookjesboek vind ik een sprookje over een stokoude eik, die toen hij een prachtige droom droomde, werd omgeblazen door een storm. Samen wachten we op de storm.

 

Schrijf u in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte.