Heeft u ook een ideaalbeeld bij uw eigen sterfbed? Ik wel. Ik ben nog helemaal bij en kien, ik lig thuis in bed, ik ben niet met draden verbonden aan monitor of infuus. Het duurt niet te lang en ook niet te kort. Misschien schijnt het herfstzonnetje naar binnen in de slaapkamer. Zojuist zijn mijn goede vrienden langs geweest die ik in volkomen harmonie vaarwel heb gezegd, en nu word ik omringd door mijn gezinsleden, inclusief onze hond. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik heb geleid. Het belangrijkste is misschien nog wel dat ik vrede heb met mijn aanstaande sterven. Ik heb een rijk leven gehad en nu is het tijd om mijn ogen te sluiten.
Het is mooi, maar ik heb net iets te veel levenservaring om in te zien dat dit de droom van velen is, maar de realiteit van weinigen. Zo stierf mijn moeder in het ziekenhuis, benauwd en met pijn. Ze lag in coma. Als ze al wist dat wij aan haar bed zaten, hebben we niets meer bewust kunnen uitwisselen. Ook het sterfbed van mijn vader was anders dan ik me had voorgesteld. Hoewel hij een relatief hoge leeftijd had bereikt, stierf hij voor mij tamelijk onverwacht, moederziel alleen, ook in het ziekenhuis.
Ik ben mantelzorger van mijn oom, die al járen beweert dat hij klaar is met het aardse leven. Zoals dat gaat met ouder worden, laat zijn lichaam het steeds verder afweten. Zijn geest is nog kraakhelder, hij volgt de wereldpolitiek op de voet en zijn geheugen is beter dan het mijne. Hij heeft zich al tijden grondig verdiept in allerlei zaken rondom dood en sterven. Meer dan eens heeft hij mij doen opschrikken met de besliste wijze waarop hij zijn voorkeuren rondom zijn zelfgekozen einde aankondigde waarbij hij de details niet schuwde. Hij had al jaren zijn euthanasieverklaring gereed en hij heeft meermaals met zijn artsen besproken wat hij wel en niet meer aan behandelingen wilde in specifieke omstandigheden. Als ik van één dierbare me kon voorstellen hoe zijn sterven eruit zou zien, dan was het van hem.
Nu het uur van de dood langzaam naderbij kruipt, hij is hoogbejaard, zie ik opeens een andere houding van mijn oom jegens zijn eigen sterfelijkheid. Ja, hij wil toch die extra behandeling, ook als dat een extra inzending naar het ziekenhuis betekent. Ja, hij wil echt die sonde, zegt hij luid en duidelijk, helemaal helder, als de arts hem expliciet de keuze geeft.
Hoe deze fase van mijn oom zal verlopen, weet ik nog niet. Wat ik wel weet, is dat zijn einde, wanneer en hoe het zich ook aandient, wéér anders verloopt dat ik had gedacht. Net als bij mijn moeder, net als bij mijn vader. De wensen die hij zo vaak heeft geuit, de documenten die in het verleden zijn getekend, verwoorden niet altijd zijn huidige verlangens. Hem bijstaan in deze fase is al ingewikkeld, en al helemaal als ik niet meer kan vertrouwen op de oude leidraad die hij me had meegegeven.
Toen zag ik hoe zijn artsen dat doen. Ik ben geraakt door de respectvolle wijze waarop ze hem bejegenen. Ze leggen hem de keuzes heel expliciet voor, zonder verhullend taalgebruik schetsen ze de consequentie van de ene en de andere optie. Ze luisteren zorgvuldig naar hem en nemen hem in alles uiterst serieus.
Ik weet me gegrond in de visie die hij tot een maand geleden op zijn levenseinde had maar bovenal probeer ik hier en nu aansluiting bij hem te vinden. Wat wil hij op dit moment, waar is hij bang voor, wat heeft hij nu nodig, wat kan ik nu voor hem betekenen. Of die uitkomst aansluit bij mijn eerdere verwachtingen over zijn sterfproces is compleet irrelevant. Het enige wat van belang is of ik mijn oom kan zien en horen, en of en hoe ik hem, aan zijn bed, tegemoet kan komen in zijn wensen.
Meer lezen van Willemijn Dicke, bezoek dan haar website.