Het is een uitspraak van Leo Fijen. Sinds hij deze vijf woorden uitsprak tijdens één van de ontmoetingen die ik met hem had, heb ik deze woorden dicht bij mij gehouden. Hij spreekt ze uit wanneer hij vertelt over de tijd die hij nam voor het afscheid van zijn eigen ouders. Eerst zijn moeder. Later zijn vader. Na lange tijd zijn kop in het zand te hebben gestoken, was er zijn zus die op zijn deur bleef kloppen, die hem wakker schudde. ‘Er is altijd iemand die je roept rondom een sterven’, vertelde hij mij. ‘Als je geroepen wordt, moet je gaan, moet je er zijn voor de zieke en stervende, onvoorwaardelijk.’
En zo werd ik onlangs geroepen. Door Louise, zorgverlener in een woonzorg centrum, voor één van haar bewoners. Ik ben gegaan. Het leven leerde mij die roep te verstaan. Vaak is die roep slechts een fluistering. Een stille hint waar je maar al te gemakkelijk aan voorbij gaat. Ik leerde ook dat je die fluistering beter niet kunt negeren. Deze te verstaan en te gaan, soms door alle weerstand heen, brengt je op de plek waar je moet zijn; precies op het juiste moment. Het plaatst je in de stroom van dienstbaarheid aan het leven.
In het particuliere, statige zorgcentrum bezoek ik hem. Ik geef hem een hand en ga zitten. Louise had me gewaarschuwd: ‘Schrik niet, mijnheer heeft Parkinson en soms loopt er wat speeksel langs zijn mond. Ik kijk hem aan, mijn ogen worden zacht, en terwijl hij vertelt dat hij wat zenuwachtig is, zie ik ter plekke zijn nervositeit wegebben. ‘Er is één gedachte waarin ik geloof en dat is dat God het leven geeft en dat God het leven neemt’, klinkt het moeizaam maar beslist. ‘Ik wil euthanasie maar ik ben bang want het oordeel over mijn levenseinde is aan Hem.’ Een dag eerder vertelde Louise mij aan de telefoon dat mijnheer sinds enkele weken wordt geplaagd door hevige nachtmerries. Er bestaat echter geen twijfel over zijn verlangen naar de dood noch over zijn keuze voor euthanasie. Maar het is de angst die ongebreideld bezit van hem neemt en hem gevangen houdt in een existentiële worsteling.
Ik ontspan in mijn stoel tegenover hem als ik luister naar zijn verhaal. Tot zijn vijfentwintigste ging alles goed. Hij doorliep het gymnasium moeiteloos en ging studeren. Hij had vrienden en vriendinnen. Het leven lachte hem toe. Maar na zijn vijfentwintigste krijgt hij psychische problemen. Manisch depressief luidde de diagnose. En nu, op zijn tachtigste, is het genoeg geweest. Hij weet het zeker: euthanasie.
Het is mij onmiddellijk duidelijk. Ik heb te maken met niet alleen een zeer intelligente man maar ook met een uiterst sensitieve man die een hoog ontwikkeld geweten heeft. Het zijn niet de dogma’s uit het Christelijk geloof die hem beangstigen, het is zijn eigen geweten.
Twee weken later ontmoet ik hem opnieuw. Weer zit ik in mijn stoel tegenover hem. ‘Ik vertrouw je’, is het eerste wat hij zegt. En hij vervolgt: ‘Euthanasie, het kan nog niet. Ik heb nog heel veel tijd nodig om van mijn hoof naar mijn hart te gaan. In mijn hoofd zitten gedachten die angstig maken maar in mijn hart woont de rechtvaardige God . De God die liefde ís. In mijn hart ben ik één met God, daar is geen oordeel. Ik wil in liefde sterven.’ Ik vermoed dat mijnheer minder tijd nodig heeft dan hij zelf denkt. En ik ben onder de indruk en in grote eerbied voor deze man wanneer ik hem stilletjes verlaat.
Anderhalve maand later ben ik voor de derde, en naar al snel blijkt, laatste keer in het statige pand. Louise laat me binnen en in de hal van het zorgcentrum vertelt ze me dat mijnheer deze ochtend is overleden. ‘Zijn hart is er gewoonweg mee gestopt’ voegt ze er zachtjes aan toe. Wij kijken elkaar in verwondering aan. En voordat ik het goed en wel besef, spoelt een immense blijdschap door mij heen; deze bijzondere mens is gestorven en over zijn lijden heen. Hij heeft niet hoeven kiezen voor euthanasie maar slechts de roep hoeven te verstaan. En hij ging. Zo kreeg hij, toen hij er klaar voor was, een dood die in overeenstemming was met zijn hoge en zuivere geweten.
Ineke (Koedam) Visser is auteur van In het licht van sterven. Ervaringen op de grens van leven en dood