Sterven, dat doen wij tegenwoordig stilletjes in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Maar rondom de dood is het wel héél stil geworden. Sire-directeur Lucy van der Helm weet uit eigen ervaring welk effect dat heeft.
In het dorpje Wateringen waar Sire-directeur Lucy van der Helm opgroeiend, stond de kist vroeger in de woonkamer. Kinderen speelden om de dode, die letterlijk nog midden in de samenleving stond, of beter gezegd: lag. De buurt wist ervan. En nu? Wie sterft, doet dat vaak in een ziekenhuis, of een verzorgingshuis. Experts zien hoe verdriet en verlies zijn verbannen naar de intieme kring. Zo werd er in de loop der jaren steeds meer gezwegen over de dood. Soms tot op het allerlaatst, tot spijt en verdriet overblijven over een afscheid dat beter had kunnen verlopen als er wel was gepraat. Van der Helm draagt zult verdriet ook mee. “Toen mijn vader drie jaar geleden naar het ziekenhuis ging, zou hij écht niet doodgaan.” Toen eindigde zijn leven toch. Ik heb daar heel veel last van gehad. Ik heb het niet afgesloten.” Dank denkt ze: ik had hem dit nog willen vragen, dat nog willen zeggen. Zo maakt ze deel uit van de 54 procent van de Nederlanders die volgens onderzoek van Sire niet genoeg heeft gesproken over de dood met iemand die kwam te overlijden.
Hierdoor voelt ze extra het belang van de campagne die vandaag wordt gelanceerd: De dood praat erover, niet eroverheen. “Wij hebben het thema niet zelf verzonnen, het werd ons van buitenaf aangereikt, zoals vaker gebeurt. Na het bericht van het Landelijk Expertisecentrum Sterven zat ik meteen op het puntje van mijn stoel.” Door corona waren er even twijfels: ligt het niet té gevoelig om midden in een pandemie het gesprek over de dood aan te zwengelen? Maar dat maakt alleen maar extra duidelijk dat sterfelijkheid op de loer ligt. Onverwacht ook, waardoor je geen afscheid kunt nemen van een dierbare.”
Juist dan kan het fijn zijn om over de dood te praten. Het zorgt voor minder angst, helpt bij het verdriet. “Als je kunt zeggen: ga maar, het is goed, dan is het ultieme toch bereikt?” Toch heeft maar een enkeling alles gezegd wat hij wilde zeggen tegen zijn dierbaren als hij nu zou sterven, of het nu gaat om gevoelens of praktische zaken. 70 procent van de mensen heeft geen testament.
‘Verdriet en de dood worden verbannen’, ziet Sire-directeur Lucy van der Helm
Al dat zwijgen begint al tegenover kinderen. Tijdens het onderzoek werd met te weinig ouders gesproken om echt harde conclusies te kunnen trekken, maar het merendeel van de vaders en moeders doet er het zwijgen toe. “Dat is echt shocking. Kinderen krijgen te horen dat oma ‘slaapt’, of ‘een sterretje is’. Ze worden weggehouden bij de dood. Wat ze zich er vervolgens bij voorstellen is erger dan de realiteit. Dan denken ze bijvoorbeeld: als ik ga slapen, word ik ook nooit meer wakker. Je kan niet vroeg genoeg beginnen wél te praten.
In plaats daarvan wordt ook nog eens over verdriet van rouwenden heen gepraat. Bewust of onbewust, met opmerkingen zoals: ‘Ach, op zich wel een mooie leeftijd’ of: ‘Kunnen wij het over wat gezelligers hebben?’ Zo wordt het gesprek ook achteraf vermeden. Van der Helm doet het al anders, met haar lieve moeder van 86, die nog wel leeft. Ze praten over de dood en maken zo deel uit van 28 procent van de Nederlanders die het initiatief voor zo’n gesprek neemt. Soms grapt Van der Helm: “Heb je die Excel-lijst nou nog niet aangepast? We moeten wel weten wie we straks een kaartje moeten sturen.” Ze kan het iedereen adviseren. Vanaf vandaag doen drie reclamespots dat ook.
Interview met Lucy van der Helm door Carla van der Wal, gepubliceerd in het AD van 8 februari 2022