Zolang wij niet zelf, in onze directe omgeving, te maken hebben met sterven, is het een onderwerp dat ver van ons afstaat en dat de meeste mensen liever vermijden. Dat leidt er maar al te vaak toe dat we onvoorbereid zijn wanneer een dierbare sterft of wanneer wijzelf het levenseinde naderen.
Sinds onze oprichting in 2016 geven wij aandacht aan sterven. Het is onze missie om bij te dragen aan kwaliteit van leven voor iedere stervende en zijn of haar naasten. Dat doen wij door inzicht te geven in de gelaagdheid van het stervensproces en door het bevorderen van kennis en wijsheid rondom sterven. Hiermee willen wij ook bijdragen aan een positieve verandering van de stervenscultuur in ons land. Want een samenleving die de dood ontkent wordt oppervlakkig, richt zich op het uiterlijke en het tijdelijke.
Wij benaderden Stichting SIRE Ideële Reclame omdat zij thema’s aan de orde stelt om in onze samenleving bespreekbaar te maken en te agenderen bij burgers opinieleiders en besluitvormers. SIRE wil met haar campagnes mensen aanzetten tot denken over kwesties die weinig tot geen aandacht krijgen maar dit wel verdienen.
Met Lucy van der Helm, directeur SIRE, spraken wij over het belang van tijd, aandacht en ruimte voor het stervensproces en over wederzijdse nabijheid als een naaste stervende is. Het verlies van een dierbare went nooit, laten we daar niet lichtzinnig over doen. Toch blijkt samen toegroeien naar het levenseinde iedere keer weer een wezenlijke en betekenisvolle periode in een mensenleven. Zo kan naast verdriet en gemis ook dankbaarheid voor het geleefde leven ontstaan en kunnen gedachten als ‘had ik maar’ worden voorkomen. Aan tafel bij SIRE werd onmiddellijk duidelijk: ons pleidooi valt goed. Het bleek, zonder dat wij dat konden weten, een thema dat Lucy uit haar eigen leven herkende en wat haar nog volop bezig hield. Lees het openhartige interview waarin Lucy van der Helm vertelt over haar persoonlijke ervaringen.
Gaandeweg werd duidelijk dat de campagne breder en algemener richting rouw en verlies zou worden getrokken. Dat heeft alles te maken met de inschatting die SIRE maakt over hoe de campagne aansluiting vindt bij het publiek. SIRE laat zich vanzelfsprekend voeden en inspireren door individuen en organisaties in de samenleving maar werkt nooit in opdracht van organisaties. De stichting verzint het thema meestal zelf en voert altijd haar eigen campagne. Dat ons thema werd overgenomen is eigenlijk een unicum. In diverse media gaf Lucy van der Helm aan: ‘Bij het idee van het Landelijk Expertisecentrum Sterven dachten wij direct, dat wij daar zelf niet opgekomen zijn’.
Wij zijn enorm tevreden dat wij niet alleen het idee hebben aangereikt maar ook de namen van andere deskundigen konden geven zoals Manu Keirse (rouwexpert), Rob Bruntink (journalist Palliatieve Zorg) en Sander de Hosson (longarts). Wij zijn ervan overtuigd dat deze campagne zal bijdragen aan verdere bewustwording. De bewustwording dat vermijding van het gesprek over sterven en dood het lijden vergroot. En dan komen wij onherroepelijk uit bij onze boodschap dat sterven een kostbaar en wezenlijk proces is dat tijd en aandacht vraagt. Een proces ook dat niet te regisseren valt en dat uitnodigt tot aanvaarding van het onvermijdelijke.
De thema’s die in de drie tv-spotjes naar voren komen, zijn voor veel mensen herkenbare situaties. De collega die na een verlies weer op zijn werk verschijnt, de moeder die stickertjes plakt om dierbare spulletjes weg te geven en het kind dat een huisdier verliest. Bovendien is er dicht op de huid gefilmd. De ontreddering op de gezichten wordt pijnlijk duidelijk. Ieder mens wil immers gezien, gehoord en erkend worden. Er overheen praten maakt verdrietig, eenzaam en alleen. Naast de spotjes is een hele serie dooddoeners geformuleerd. Deze zijn afgebeeld op grafzerken. Ongetwijfeld hebben wij deze dooddoeners allemaal wel eens gebruikt. De herkenning leidt tot bewustwording en daarmee is de SIRE campagne wat ons betreft al geslaagd. De dooddoeners vindt u op de website van SIRE.
Bewustwording is de eerste stap maar weten hoe dan wel te reageren of te handelen is de volgende. Als de ‘dooddoeners’ de don’ts zijn dan zijn onze handreikingen de ‘do’s. Want er over praten ‘hoe doe je dat dan?’, werd ons gevraagd. Met openingszinnen en voorbeeldvragen bieden wij handreikingen die mensen helpen om niet alleen het gesprek aan te gaan maar ook een verdiepend gesprek te hebben, echt te luisteren en kwaliteiten te ontwikkelen waarmee de stervende gebaat is. [U leest er meer over op onze campagne pagina].
Het stervensproces is een overgangsfase en luidt een periode in van afscheid en verlies. Dat wat vanzelfsprekend was in ons leven, wat ons vertrouwd was en houvast bood, zal voorgoed verdwijnen. Naast uiteenlopende en soms tegenstrijdige gevoelens roept dat ook onmacht op; wij hebben er immers geen zeggenschap over. Wij verliezen de controle die we meenden te hebben en bevinden ons op onbekend terrein. Niets zal meer hetzelfde zijn zonder die betekenisvolle ander. Het is de vanzelfsprekende weerstand tegen de pijn die samenhangt met deze verandering die maakt dat wij sterven en de dood liever uit de weggaan en het praten erover vermijden. Of wij nu zelf oog in oog staan met de dood of dat een dierbare stervende is.
Naast openingszinnen en handreikingen om het gesprek aan te gaan, worden wij dan ook tegelijkertijd uitgenodigd om – door alle weerstand heen – de pijn in deze overgangsfase te doorleven. Dat is nogal wat. Het vraagt moed van alle betrokkenen en het vertrouwen dat het – met elkaar – te doen is. Een kenmerk van een overgang is dat het een opening biedt in onze schijnbare vaste werkelijkheid. Die opening biedt ons óók een kans. Een kans om te veranderen, naar binnen te keren en dichter bij onszelf te komen. Diep van binnen weten wij dit allemaal en toch lijken wij er nooit helemaal klaar voor te zijn als sterven ons treft.
Ja, zegt longarts Sander de Hosson volmondig in de relatie tussen arts en patiënt: ‘Ik maak geen enkel voorbehoud. Praten helpt lijden te verlichten. Kennis is een machtig wapen tegen angst. Er huist een ongekende kracht in het vooraf praten over de dood.’ Lees ook zijn blog: Wie de dood ziet, ziet het leven.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek van SIRE dat 41% van de ondervraagden nooit over de dood spreekt en 54% aangeeft niet genoeg gesproken te hebben over de dood met iemand die er nu niet meer is. Daardoor heeft men niet goed afscheid kunnen nemen en worstelen zij met gevoelens van spijt. Het zijn schrijnende cijfers. Terwijl praten over het levenseinde met naasten ook als bijzonder waardevol en verbindend wordt ervaren. Praten voorkomt dat het omgaan met verlies onnodig zwaar wordt. Zo wordt de weg vrijgemaakt voor een nieuw verhaal over het levenseinde in onze samenleving. Een verhaal dat misschien wel meer waarheid in zich bergt dan de perceptie die wij ervan hebben gekregen. Een verhaal over intimiteit, verbondenheid en heling.
Praat er dus over en niet eroverheen. Het kan een stap zijn om sterven weer te gaan zien als onderdeel van het leven. De SIRE campagne geeft ons als Landelijk Expertisecentrum Sterven dan ook de wind in de rug.