Eind augustus bracht de Londense tube me naar Sydenham. Daar staat het eerste hospice ter wereld: St. Christopher’s hospice. Dame Cicely Saunders heeft het opgericht in 1967. Een aantal vrijdagen per jaar stelt het hospice haar deuren open voor een rondleiding tijdens de Friday Visit.
Hospicezorg kent verschillende vormen zoals de bijna-thuis-huizen, de high-care hospices of de palliatieve units. Het St. Christopher’s is breder gericht op palliatieve zorg. Zij werkt volgens het concept ‘compassionate communities’, ofwel de Zorgzame Samenleving. Veel aandacht wordt besteed aan revalidatie. ‘Revalidatie draagt immers bij aan zo lang mogelijk zelfstandig kunnen functioneren.’ Met getrainde vrijwilligers wordt bij de mensen thuis een milde vorm van fysiotherapie aangeboden: Samen de oefeningen doen of samen een stukje lopen.
In het hospice loop ik langs een ruimte die gevuld is met fitnessapparatuur en waar op dat moment onder begeleiding volop gebruik van wordt gemaakt. Revalidatie, het versterken op fysiek, emotioneel, sociaal en existentieel niveau, in St. Christopher’s is een breed palet aan ondersteuning aanwezig.
In het gezellige café is iedereen welkom. Bewoners van het hospice, naasten, personeel, vrijwilligers en ook locals drinken er koffie of lopen langs het kleine maar volledige buffet voor een lunch.
Gezond en ziek zitten in deze ruimte letterlijk naast elkaar. Het maakt je bewust van de verschillende fasen in het leven waar iedereen mee te dealen krijgt.
Op de derde etage van het gebouw is het high care hospice gevestigd. Eerlijk is eerlijk, het doet me denken aan een ziekenhuis. Buiten de gekleurde sta-op stoelen in de kamers, oogt het er klinisch, veilig en klinisch.
Later die dag leer ik dat het sterven in St. Christopher’s vooral thuis gebeurt met 2700 overlijdens per jaar waar een vrijwilliger van dit hospice aan huis is geweest.
Geweldig dat in St. Christopher’s door het actief inzetten van revalidatie een stuk zelfredzaamheid langer mogelijk blijft, wat bijdraagt aan kwaliteit van leven. Zoals bij de meneer voor wie het leven nog zin had zolang hij dagelijks naar de hoek van de straat kon lopen om bij de kiosk een krant te kopen. Door fysiotherapie, die door een vrijwilliger aan huis werd aangemoedigd, maakte meneer nog maandenlang deze wandeling en het praatje bij de kiosk totdat hij op een ochtend overleed bij de kiosk.
Al naar gelang het ziektebeeld, zullen de mensen in de terminale fase meest aan bed gebonden zijn. De kring van dierbaren die zij rond het bed wensen, wordt kleiner. Er wordt steeds meer geslapen.
Is het wel gewoon slapen, vraag ik me sinds mei 2008 af. Ik vergeet nooit de woorden van mijn vader. Hij sliep steeds meer in zijn sta-op stoel ende medicatie was nagenoeg gestopt. Toen pap, achteraf gezien vijf dagen voor zijn overlijden, wakker werd, zei hij rustig en zonder angst: ‘wacht even, dit voelt altijd heel onwerkelijk.’ Het voelde onwerkelijk om met zijn bewustzijn bij ons in de woonkamer aan te komen vanuit de laag waar hij verbleef tijdens zijn slaap.
Mijn nuchtere pap heeft me met deze zin sindsdien vaak naar binnen doen keren. Naar de stilte, het Zijn.