Mijn vader belde dat hij in het ziekenhuis lag. Ik was op de fanclubdag van Marco Borsato en stond op het punt te gaan optreden. Meteen wist ik dat het mis was. Ik heb een sterke intuïtie en door de manier waarop hij praatte, gingen bij mij alle alarmbellen af. Hij klonk verloren. Hij was altijd een krachtige persoonlijkheid, zo kende ik hem niet. Maar eigenlijk kende ik hem nooit écht.
Ik ben opgegroeid zonder vader en alleen opgevoed door mijn moeder. Ik zag hem af en toe. Er was wel contact, maar meer om onze relatie in stand te houden. Het was nooit intens, daarvoor was te veel onuitgesproken. Maar nu haastte ik mij naar het ziekenhuis. In de auto geen muziek en telefoon uit. Stilte. Reflectie. Wat ging ik zo aantreffen? Wie was mijn vader? In de vier dagen die volgden, hebben we meer bereikt dan in de 34 jaar daarvoor. Dat zeg ik ook in het campagnefilmpje, het was echt zo. Hoewel hij erg ziek was – hij had longkanker – lag daar een man die zich verantwoordelijk voelde. Precies wat ik altijd gemist had. We praatten over dingen die gebeurd waren en juist niet gebeurd waren. Hij zei sorry. Sorry voor dat het hem niet gelukt was er te zijn voor ons. Dat voelde als een bevrijding. Hij had het ook anders gewild. Ook sprak hij zijn bezorgdheid uit over hoe hij zijn geliefden zou achterlaten. Hij had een vrouw en nog vier kinderen met haar, en vroeg of hij kon rekenen op onze aandacht. Dat vond ik mooi. Het ging hem niet om financiële hulp of zo, maar om ààndacht voor zijn kinderen, mijn halfbroers. Dat te horen, deed mij wat.
Ik vroeg hem naar zijn leven. Hij vertelde over zijn moeilijke jeugd, wat voor mij een hoop duidelijk maakte. Eindelijk heb ik mijn vader leren kennen. Hij wilde begraven worden in Marokko, naast zijn moeder. Ontroerend vind ik dat, dat iemand dan naar zijn moeder wil. Er was een laatste plek vrij op de begraafplaats, drie meter bij zijn moeder vandaan. In de bergen, terwijl er een lichte mist hing boven zee. Precies zoals hij wenste. Toen ik daar stond, voelde ik mij dankbaar. Voor deze laatste rustplaats en de dagen die we samen hadden doorgebracht. De week na de begrafenis wilde ik omringd zijn door dierbaren. Niks anders dan dat. Ambitie, carrière, jezelf waarmaken …. het is allemaal zo relatief. Nog steeds wil ik mensen aan het lachen maken, bruggen slaan en muziek maken, maar de dood laat je zien wat echt belangrijk is in het leven: naastenliefde en aandacht voor elkaar.
bron: Yarden/Verder