Ouderen en kwetsbare mensen die besmet zijn met het coronavirus moeten nadenken of ze wel beademd willen worden op de intensive care. Dat zeiden intensive care artsen Evert de Jonge (LUMC) en Monika Kerckhoffs (UMC) onlangs bij NPO Radio 1 in podcast De Dag. Vooral voor oude, kwetsbare mensen betekent een ic-behandeling een stressvolle en eenzame tijd. De kans om weer op hetzelfde niveau terug te komen is heel klein en het risico op overlijden is reëel. Patiënten kunnen te maken krijgen met angsten, depressie, cognitieve achteruitgang en fysieke klachten.
Dezer dagen draait de vraag, in politiek en samenleving, vooral om het aantal beschikbare bedden en of behandeling zinvol of wenselijk is. De vraag echter die daar voor ligt, is wat mensen werkelijk belangrijk vinden in het leven en wat dat betekent voor de wijze waarop wij ons tot het sterven en de dood verhouden. Stervenden die het leven afronden en zich voorbereiden op de dood, zijn innerlijk in een kostbaar en wezenlijk proces verwikkeld. Voor naasten is een sterfbed van een dierbare eveneens een betekenisvolle tijd. Het is een tijd die nogal eens wordt ervaren als tussentijd, de tijd waarin we terecht komen als we pas op de plaats maken, en waarin zich een dimensie van tijd kan openen die ons nieuwe mogelijkheden toont, ons nieuwe inzichten brengt.
Uit onderzoek weten wij dat bij 44% van de Nederlanders, dat ooit een stervensproces meemaakte, de impact veel hoger was dan men aanvankelijk dacht. De manier waarop een naaste sterft, heeft langdurig een grote invloed op de nabestaanden. Overlijden patiënten op een intensive care dan is dat een overrompelende ervaring voor zowel de persoon zelf als zijn of haar naasten.
De ultieme uitnodiging van corona zou wel eens kunnen zijn dat we ons opnieuw gaan verhouden tot de plek die sterven in ons leven inneemt en de betekenis ervan.
Onlangs is mijn vader overleden, waarbij ik zeer waardevol om heb kunnen gaan met hem tijdens zijn stervensproces. Dit is extra belangrijk geweest aangezien mijn moeder 30 jaar geleden onder hele andere omstandigheden overleden is, en er geen enkele ruimte was om met het sterven bezig te zijn. Leandra Beeloo
Wij hebben veel te danken aan de medische wetenschap. De uitvinding van penicilline zorgde ervoor dat tal van infectieziekten werden uitgebannen. In heel veel opzichten is de medische ontwikkeling een zegen. Het is ook de medische wetenschap die ervoor zorgde dat we steeds ouder worden. Vandaag de dag is het al lang geen nieuwsfeit meer dat uiteenlopende ouderdomsklachten zich opstapelen. Onderzoek door het Italy National Health Institute wijst nu uit dat 99 procent van de mensen die sterft aan het coronavirus andere, onderliggende ziekten heeft. In 48,5 procent gaat het om drie of meer ziektes, in 25,6 procent gaat het om twee ziektes en in 25,1 procent om één ziekte. Slechts in 0,8 procent van de corona sterfgevallen is er geen sprake van een onderliggende ziekte.
De fysieke dood went maar zelden als het gaat om het verlies van een dierbare. Maar de keuze voor een intensive care opname van ouderen en kwetsbare mensen met corona zou achteraf wel eens tot onnodig veel pijn en verdriet kunnen leiden.
Hoe zou onze samenleving eruit komen te zien, als we ons collectief meer bewust worden van de grote waarde van het samen, in wederzijdse nabijheid, door een stervensproces heengaan om daarna de troost en de vrede in het hart te kunnen ervaren die dat teweegbrengt. Hoeveel rijker zouden we worden als mens, wanneer we erin slagen om met het sterven van een dierbare in de eigen omgeving om te gaan. Het roept een beeld op van intimiteit en verbondenheid waar dat in een kille, steriele ziekenhuissetting omringd door medisch personeel in beschermende kleding, onmogelijk is.
Deze tijd is een tijd van alle-hens-aan-dek maar vraagt op enig moment om de nodige reflectie. Hoe willen wij leven, hoe willen wij sterven? Sterven hoort bij het leven. Hoe kunnen wij ons bezinnen op waardig sterven. Leggen wij de verantwoordelijkheid bij onze artsen die we wellicht voor de ondoenlijke opgave tot triage plaatsen? Of nemen wij, patiënt en dierbaren, zelf verantwoordelijkheid voor het naderende einde. Zijn wij bereid om na te denken over het bepalen van een moment om te stoppen met behandelen of, in het geval van het coronavirus, met het bestrijden van symptomen? Corona zou wel eens de moderne variant van de aloude longontsteking kunnen zijn, ook wel ‘the old man’s friend’ genoemd. Het kan immers een eind maken aan een langdurig en kwakkelend bestaan van ouderen in plaats van dat te blijven rekken.
De medische vooruitgang, sinds het midden van de vorige eeuw, viel samen met de secularisering van onze samenleving, met toenemende individualisering en consumentisme. De gedachte dat het leven maakbaar is vatte post. Sterven kwam steeds verder van ons af te staan. Wat zijn wij vergeten in onze hebzucht naar meer en meer? Zijn wij niet met zijn allen de weg kwijt geraakt? Het om zich heen grijpende coronavirus lijkt onze moderne samenleving op haar grenzen te wijzen. Het zet ons even stil, geeft onze planeet een adempauze en roept op tot bezinning. Het coronavirus laat ook treffend zien dat wij allemaal met elkaar verbonden zijn. Iets wat gebeurt aan de andere kant van de wereld blijkt ook voor ons zeer ingrijpende gevolgen te kunnen hebben. Wij worden ons weer bewust dat wij niet onaantastbaar zijn, dat het leven niet maakbaar is en dat ook wij op een dag zullen sterven.
Het Landelijk Expertisecentrum Sterven heeft als missie het leveren van een bijdrage aan kwaliteit van leven van iedere stervende en het werken aan een positieve verandering van de stervenscultuur in Nederland. Sterven is een diepmenselijke ervaring. Ons daartegen te verzetten, vergroot het lijden, vermindert kwaliteit van leven en maakt onze samenleving oppervlakkig. Hoe meer wij weer durven te kijken naar het stervensproces, hoe meer bewustzijn we brengen in de diepgang van het leven. We moeten leren om te kiezen tussen waardig sterven of (mens)onwaardige dagen toevoegen aan het leven. Ook dat is waartoe Corona ons uitdaagt.