Hoewel er al vier kamers bezet waren in ons Veerhuis, besloten de coördinatoren om dan toch maar tijdelijk een bewoner op te nemen in het kleine logeerkamertje. Palliatief zou ze nog een aantal bestralingen in het Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis krijgen en ik bood aan om haar daarbij te begeleiden. Zodoende kwamen wij gezellig aan de praat. Op een gegeven moment zei ze, dat zij maar een ‘goedmakertje’ was. Omdat ik dat niet meteen begreep, vroeg ik haar daar verder naar.
Het was oorlog en haar moeder had het op een gegeven moment wel bekeken met die man van haar. Die rende alsmaar vanuit zijn bloemenstal achter de vrouwen aan en zij wilde van hem af. Toen zij echter met haar koffertje buiten stond, kwam hij er juist aan en wilde het met haar goedmaken. En zo is ze verwekt vertelde de bewoonster.
Na zeven maanden zwangerschap kreeg haar vader een dodelijk hartinfarct; zij heeft hem dus nooit gekend. Haar moeder deed alles wat in haar vermogen lag om haar dochter zo goed mogelijk op te voeden.
Eenmaal op de lagere school vroeg een vriendinnetje haar om bij haar thuis te komen spelen en zij ging mee. Bij dat vriendinnetje thuis vroeg de vader van het meisje wie zij was. En toen die vader begreep dat zij de dochter van de bloemenman was, stuurde hij haar onmiddellijk de deur uit. Zijn dochtertje mocht niet met haar omgaan.
Die boodschap heeft zo’n indruk op onze bewoonster gemaakt dat zij zich voor de rest van haar leven afgewezen heeft gevoeld én zich daar ook naar gedragen heeft. Later bleek zij namelijk een kantoorbaantje in een drukkerij te hebben gehad, waar zij in een piepklein kamertje, heel alleen, haar eigen werk deed.
Bij ons in huis wilde zij eigenlijk wel haar eigen TV in de logeerkamer hebben. Ik bood aan die met een collega vrijwilliger even van haar kamertje aan de Van der Wouwstraat te gaan halen. Wij troffen daar – in haar weliswaar keurig opgeruimde kamer – de TV aan, maar alles was bruin van de rook en de TV was te plakkerig om aan te kunnen pakken. Toen bleek dat ze er nog wel geld voor over had om een nieuwe te kopen, hebben wij dat maar gedaan.
Inmiddels woonde ze op kamer 3. Ongeveer een week voor haar overlijden begon zij hevig te huilen en zei: ‘ik heb nooit geweten dat er ook nog zoveel lieve mensen in de wereld waren’. Diep geraakt besefte ik hoe een kind toch ernstig beschadigd kan raken door zo’n ervaring en het daar de rest van het leven mee opgescheept kan blijven.