Een derde van de jongeren is bang voor de dood en maar liefst negen op de tien praat hier nooit over 1). Verontrustende cijfers, vooral omdat erover praten de eerste stap is om de stervenscultuur te veranderen van angst naar vertrouwen. In dit interview spreekt Sterre Schlicher, journaliste met Cynthia. Ze is in haar jeugd amper geconfronteerd met de dood en heeft op latere leeftijd twee gebeurtenissen rondom sterven meegemaakt die haar angst voor de dood aanwakkerden. Ook zij vindt het lastig om hierover te praten. Toch besloot ze haar verhaal te delen om het gesprek over dit onderwerp te openen.
“Ik ben eigenlijk bang voor alles waarvan je niet weet wat het precies inhoudt. Alles waarin je de controle kunt verliezen en waar je geen invloed op hebt. Dat is bijvoorbeeld ook de angst voor een ziekte, omdat je ook niet weet of je dat gaat krijgen. Maar dus vooral ook de dood. Het oneindige vind ik iets ontzettend engs: niet weten waar het stopt of waar het begint, het idee dat je nooit meer wakker wordt. Dat vind ik een heel naar idee. Ik merk nu al dat ik er moeite mee heb om daarover te praten.”
“Ik heb denk ik ergens in mijn jongere jaren de angst al ontwikkeld. Toen vroeg ik bijvoorbeeld aan mijn ouders: “Wat is doodgaan precies? Wat gebeurt er dan?”. Mijn ouders konden daar nooit echt antwoord op geven. Ik ben altijd een heel gevoelig meisje geweest. Als ik vroeger wel eens meekreeg dat bijvoorbeeld opa’s of oma’s van vriendinnetjes overleden, trok ik mij dat altijd heel erg aan. Ik kon het niet zomaar laten gaan als ik dat hoorde.
Daarnaast, wat misschien best wel tegenstrijdig klinkt, ken ik bijna niemand in mijn directe omgeving die is komen te overlijden. Ik heb al mijn familieleden en dierbaren nog. Daar ben ik super dankbaar voor en dat moet ik even afkloppen maar daarom heb ik nooit kennis kunnen maken met het gevoel om te rouwen. Dat maakt die angst, nu op mijn 23e, nog erger omdat ik voor mijn gevoel helemaal niks over de dood weet.
De eerste keer dat er iemand van dichterbij kwam te overlijden, was op de middelbare school. Dat was een vriend van mijn ex-vriend. Ik denk dat ik er sindsdien nog meer over na ben gaan denken omdat het zo dichtbij stond. Dat was een heel intense gebeurtenis. Ik denk dat dat een van de eerste aanleidingen was die mijn angst voor de dood bewust aanwakkerde. Sindsdien zijn er telkens kleine situaties die de angst triggeren.
De kern van de angst ligt echt in mijn eigen dood, maar elke situatie die ook maar iets met de dood te maken heeft, maakt niet uit op welk gebied, of wie of wanneer, triggert de angst bij mij weer. Ik ga dan weer nadenken over mijn eigen dood en de angsten die ik daarin heb. Aan het begin van de coronapandemie had ik dat heel erg. Toen waren er elke dag zoveel sterftecijfers op tv en radio, dat ik er op een gegeven moment ook niet meer uitkwam en toen heb ik hulp gezocht bij een psycholoog. Daar heb ik wel wat tips gekregen om paniekaanvallen te verminderen of daar grip op te hebben. Voor de rest heb ik er eigenlijk niet zoveel aan gehad, naar mijn idee. In die periode heb ik een beetje het gevoel gehad dat ik er zelf overheen moest komen. Na vier maanden, toen het allemaal een beetje begon te liggen, ging het ook beter met mij.”
De pandemie was voor Cynthia een van de triggers die haar zo benauwde, dat ze er hulp voor is gaan zoeken. Toen ze leerde wat voor haar werkte, is ze er een langere tijd minder mee bezig geweest. Het ging beter met haar angst. Totdat vorig jaar een jong meisje dat ze heel goed kende, kwam te overlijden.
“Dat had een hele grote impact op mij. Sindsdien ben ik er weer veel meer mee bezig. Die angst komt echt doordat ik de persoon heb gezien. Ik dacht dat het goed was om te gaan en dat ik een soort rust zou krijgen van oh ja, het is eigenlijk heel vredig en mooi. Dat kan misschien ook zo zijn, maar dat was voor mij op dat moment niet het geval. Ik vond het zo heftig om iemand zonder ziel te zien liggen. Ik dacht: hier ligt het letterlijk voor me. Waar ik altijd zo bang voor ben geweest, de dood, ligt hier voor me. Het staat nog geen twee meter van me af. Dit meisje weet wel hoe het is. Zó eng. Dat beeld kan ik niet uit mijn geheugen wissen. Ik mis denk ik het perspectief op de dood dat het ook iets moois kan zijn.
Sindsdien komt het vaak voor in mijn droom en ik denk er elke dag aan. Het is misschien iets waar ik op den duur hulp voor wil gaan zoeken, als ik het niet uit mijn hoofd krijg. Daarnaast heb ik een hele rare tik. De kleren, schoenen en het geurtje dat ik op had op het moment dat ik haar heb gezien, heb ik heel lang ontweken. De blazer die ik aan had, heb ik een half jaar niet aangedurfd. De schoenen die ik aan had, heb ik niet meer aangedaan. De geur die ik op had, heb ik weggegooid. Want elke keer als ik het zag of rook, associeerde ik het met dat moment en dan kreeg ik weer angst. Ook was ik bang dat ik een stukje van die avond, van de dood, bij me droeg als ik het weer zou dragen.”
Sinds ik mezelf goed ken en bewust ben van de angst, heb ik het meer onder controle en gaat het over het algemeen goed. Ik ben wel erg oplettend en voorzichtig in het dagelijks leven. Ik let in het verkeer extreem goed op en ik gebruik bijvoorbeeld geen drugs, omdat ik bang ben dat ik zelf doodga. Maar ik voel me de meeste dagen super goed en gelukkig. Ik ben gewoon wat gevoeliger en sneller getriggerd om toch wat angst voor de dood te ervaren.
Uiteindelijk is me dat ook gelukt door mijn gedachtes opzij te zetten, veel afleiding te zoeken en bewuster bezig te zijn met mezelf. Maar ook door erover te praten. Ik kan het er bijvoorbeeld heel goed met mijn moeder over hebben. Zij heeft ook lang angst gehad om ziek te worden en dood te gaan maar zij is daaroverheen gekomen door bepaalde therapie en medicatie. Het is iets wat in de familie zit.
In de coronatijd toen ik zo bang was, heeft mijn ex-vriend mij er echt doorheen getrokken. Hij had zelf totaal niet die angst en hij had zoiets van: ik zou niet eens oneindig willen leven, want dat is ook eng. En het is mooi dat je ergens naartoe werkt. Dat vind ik altijd wel een mooie gedachte. Ik merk dat als ik in gesprek ga met mensen die er niet bang voor zijn, dat dat mij wel een beter gevoel geeft. Je krijgt als je ouder wordt meer levenservaring, meer inzicht van anderen, meer perspectieven. Daarvan krijg je zelf ook weer een ander inzicht zodat je er misschien zelfs een positieve draai aan kunt geven.
Ik kijk bijvoorbeeld ook naar mijn opa. Het is mooi om te zien dat hij zijn leven totaal heeft uitgeleefd. Hij is 91, hij is klaar. Hij heeft alles wat hij wilde doen, gedaan. Liefde gevonden, kinderen gekregen, kleinkinderen. Het is goed. Dat is een mooi voorbeeld voor mij, omdat dat onder andere ook die dingen zijn die ik graag wil bereiken in het leven. Als ik die leeftijd bereik en dat is mij allemaal gelukt, misschien dat ik dan ook niet meer zo bang ben om te gaan.
We hebben het erover dat weten wat je wil in het leven en daar elke dag bewust mee bezig zijn, wellicht ook helpt in de angst voor de dood. Jij laat me inzien dat angst voor de dood niet alleen maar negatief hoeft te zijn.
Ik ben zo bewust bezig geweest met het leven de laatste tijd. Misschien ook wel een beetje sinds mijn laatste break-up, want dat was voor mij ook een soort rouwproces. Sindsdien denk ik: ik ga elke dag proberen gelukkig te zijn en echt alles uit de dag te halen. De dingen waar ik gelukkig van word, die ga ik doen. Ik doe daarom heel veel leuke dingen, plan reisjes, doe veel met vrienden en leef wat meer met de dag. Daar ben ik afgelopen anderhalf jaar echt meer mee bezig. Ik ben echt een beetje aan het streven naar mijn eigen geluk. Elke dag.
1) uit onderzoek MarketResponse in opdracht van Landelijk Expertisecentrum Sterven (2021)