Nu ook de verpleeghuizen zijn dicht gegaan komen de grenzen van de geneeskunde in zicht.
Werden in 2008 de problemen veroorzaakt door een falen van de hypotheekmarkt, ditmaal dreigt er een falen van het gezondheidsstelsel door het CORONA virus. Zoals een financiële crisis wordt ingeluid door een ‘run-on-the-bank’, zo zal deze crisis van het gezondheidsstelsel worden ingeluid door een ‘run-on-the-intensive-care’. Er is tenslotte maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.
Op een epidemie van beademde patiënten op de afdeling intensieve zorg kun je je niet voorbereiden. We lijken plots 75 jaar teruggeplaatst in de tijd, naar een periode dat er geen penicilline beschikbaar was om een ‘gewone’ longontsteking baas te worden. Deze was een gevreesde, levensbedreigende aandoening maar werd tegelijkertijd ook omarmd als een ‘old-man’s-friend’. Het fatale beloop werd geaccepteerd omdat door een kort ziekbed een langdurig kwakkelend bestaan werd beëindigd of voorkomen.
Het CORONA virus heeft zich vooral op ouderen gemunt en het laat jongeren grotendeels buiten schot. Er wordt sterk op leeftijd gediscrimineerd en dat is niet eerder vertoond. Bij rampen – of zij van infectieuze oorsprong zijn of niet – worden gewoonlijk alle kwetsbaren in de samenleving getroffen. Hoewel iedereen besmet kan worden met het CORONA virus, de kans op ziekte is laag op jonge leeftijd maar neemt vanaf middelbare leeftijd toe. De complicaties lijken zich vooral op hoge leeftijd af te spelen waarbij de kans op overlijden onder kwetsbare ouderen met meerdere onderliggende ziekten snel oploopt.
De prognose van langdurige beademing voor CORONA patiënten is nog ongewis. We weten van andere infectieuze aanslagen op het leven dat alle ouderen, maar ook jongeren met onderliggende ziekte – zij zijn biologisch gezien ook oud – een kleine kans hebben om de IC de overleven, en het verdere herstel daarna is langdurig en vaak onvolledig. Al met al is dus sprake van een slechte prognose wanneer beademing noodzakelijk is.
Beademing bij een patiënt met een CORONA virus infectie is symptoombestrijding maar geen geneesmiddel. De patiënt moet uit eigen kracht herstellen, en daarom gaat het op hogere leeftijd en of onderliggende ziekte vaker mis. Een vaccin is evenmin voorhanden en het zal nog een tijd duren voordat daar zicht op is. Ook kan de werkzaamheid bij kwetsbare ouderen op voorhand worden betwijfeld. Zo is de effectiviteit van vaccinatie tegen seizoens-griep het laagst bij hen die er het meest baat van zouden hebben omdat jongeren wél en kwetsbare ouderen géén voldoende immuniteit kunnen opbouwen.
Bij een verdere toename van het aantal ziektegevallen zal vroeg of laat ook in ons land ‘triage’ noodzakelijk zijn. Het selecteren van patiënten voor het beperkt aantal plaatsen op de afdeling intensieve zorg is niet zoals gebruikelijk op de mate van ernst, maar op de kans op overleving. In dat geval zullen we moeten accepteren dat niet iedereen intensief behandeld kan worden. Dit is een in alle opzichten moeilijk besluit, maar op dit mogelijke scenario hebben wij ons de afgelopen jaren wél goed voorbereid. De langdurige discussie over een waardig levenseinde komt ons goed te pas. Zo is de wens om wel of niet gereanimeerd te worden van onbespreekbaar verworden tot een verworven recht.
In de huidige tijd waar niet de dokter, niet de patiënt maar zij het samen voor het zeggen hebben is goede informatie en een eerlijk gesprek de opmaat voor een behandelbesluit. Juist in een tijd van schaarste waarbij middelen moeten worden verdeeld helpt het niet om daarin individuele gevallen te betrekken waarmee onrealistische verwachtingen worden geschapen. Zo wordt er een oude kwetsbare oude patiënt ten tonele gevoerd die tegen alle verwachtingen de beademing heeft overleefd. Daar tegenover staat de jonge patiënt die ondanks alle inspanningen is overleden. De overgrote meerderheid van de oudere CORONA patiënten komt buiten de intensive care te overlijden. Blijkbaar heeft in vele gevallen een integere besluitvorming plaats gevonden.
De dialoog over wel of niet behandelen moet niet alleen in individuele gevallen worden gevoerd maar juist ook breed binnen onze samenleving. Het is een sleutel om de toegang naar de intensieve zorg te beheersen. Er is dringend behoefte aan een maatschappij brede, intergenerationele discussie. Moeten oudere CORONA patiënten toegang houden tot de IC met twijfelachtige toegevoegde waarde ten koste van grote offers van hun kinderen en kleinkinderen? Wat vinden zij er zelf van? De ouderen, de kinderen? Zijn zij al gehoord?
Deze crisis kan als een boemerang op ouderen terugvallen. Vroeger dan later zal het sentiment boven komen drijven; ‘Als dit de prijs is die wij moeten betalen om een aantal kwetsbare ouderen in leven te houden… .’ Een koude golf van ageism is in aantocht.
Rudi Westendorp is hoogleraar Ouderengeneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen, auteur van de bestseller ‘Oud worden zonder het te zijn’ en lid van het Comité van Aanbeveling van het Landelijk Expertisecentrum Sterven