Al zolang ik me kan herinneren heb ik een voorliefde voor dystopische films en boeken, vaak in apocalyptische of post-apocalyptische omstandigheden. Ik ben geboeid door sferen van existentiële chaos en onzekerheid, en teruggeworpen worden op heel basale leefomstandigheden. Logischerwijs zie ik parallellen in een realiteit om mij heen: verwoesting van ecosystemen, klimaatverandering, onderdrukking van mensen, ongelijke en onzekere toegang tot bronnen, de instorting van een internationaal rechtssysteem.
Ik heb de toekomst altijd vrij somber gezien als het om deze omstandigheden gaat. En tegelijk inspireert het me, vind ik er troost en een essentie voor het leven. Wat blijft er nog over van een mens, van menselijkheid, van een mensheid, als we geconfronteerd worden met een donkerst denkbare schaduw? Waar grijpen mensen naar terug, wat doet er dan toe? Wat laten mensen los in zulke omstandigheden, hoe doen ze dat? Wat doet mensen doorgaan ondanks alles, wie wil dit nog meemaken?
Afgelopen maand rondde ik de opleiding ‘Omgaan met sterven’ af bij het Landelijk Expertisecentrum Sterven. Mijn persoonlijke leervraag voor de opleiding kwam voort uit deze fascinatie voor ‘het einde der tijden’. Naast dat ik uit professionele motivatie een basis wilde leren in stervensbegeleiding (ik werk als natuurlijk begrafenisondernemer, schreef Uitvaart in Eigen Hand en ben grondlegger van Stichting Veraarden voor een regeneratieve lichaamsbestemming) ben ik op diepere lagen op zoek naar wijsheid voor groot verlies. Zijn er in stervensbegeleiding handvatten te vinden voor holding space in systemische teloorgang, als alles verloren gaat?
Sterven is een gelaagd proces. Waar mensen bij de realisatie van een naderend einde in eerste instantie soms eerst iets lijken te willen uitleven – dansen op de vulkaan – gaan er vroeg of laat processen in werking op fysiek, emotioneel, mentaal, spiritueel, relationeel, goddelijk en bewustzijnsniveau. Al die zeven lagen doen mee in het stervensproces en altijd op een manier die iemand eigen is. In de voltooiing van dat proces val je terug in jezelf. Dit is de essentie van wat ik heb geleerd in de opleiding.
In de context van de teloorgang kan het zijn dat er verandering optreedt in de fysieke laag, bijvoorbeeld doordat overlevingsmogelijkheden onder druk staan en er moeilijk kan worden voorzien in basisbehoeften. Oogsten mislukken, schoon drinkwater wordt schaars, de bodem verarmt, de lucht raakt vervuild. Of er komt onder druk van angsten onverwerkt oud zeer naar boven in de emotionele laag, iemand maakt plannen om te preppen vanuit de mentale laag, of iemand zoekt naar houvast in religie vanuit de spirituele laag. Ook schijnt het naderende einde een licht op iemands relaties en intimiteit, en kan het zijn dat vriendschappen en familiebanden teleurstellen of juist sterk blijken, iemand kan eenzaamheid ervaren of er ontstaan juist heel nieuwe relaties. Allemaal verschijnselen van een stervensproces.
Ik merk dat het heel behulpzaam is om vanuit dit zeven-lagen perspectief allerlei uiteenlopende individuele reacties op een teloorgang te leren zien, zoals de stijlen van STEM ook illustreren: proactieven, onbevangenen, socialen, vertrouwenden en rationelen. Iedereen doorloopt een heel eigen proces, iedereen valt terug in zichzelf.
Doula zijn voor mensen in deze teloorgang vraagt dezelfde kwaliteiten als stervensbegeleider zijn bij individuele stervensprocessen. We brengen bewustzijn naar de processen en bieden een holding space voor dat wat is. Een groot verschil is wel dat er in mindere mate momentum is. Een teloorgang kan decennia duren en enorm veel uithoudingsvermogen vragen. Ook zijn de processen soms misschien nog minder manifest dan bij een stervensproces, bijvoorbeeld omdat ze zich verder van huis afspelen, omdat het sterven zich nog niet toont in ons eigen lichaam, of omdat er vanuit technologische religie allerlei oppervlakkige zaken worden opgelapt. En een ander belangrijk verschil is dat wij als doula zelf ook onderdeel zijn van de teloorgang, we zijn geen buitenstaander. Dat vraagt om nog meer bewustzijn van onze eigen schaduwen, ons eigen omgaan met lijden en onze eigen processen in de zeven lagen.
In mijn eindwerkstuk zette ik vier gebieden uiteen waarin ik denk dat doula’s van betekenis kunnen zijn: in het begeleiden van schaduwwerk, in de erkenning van werkelijkheden, in community care en in het creëren van veilige plekken. Hier wil ik verder gestalte aan geven in mijn afscheidspraktijk, met name geïnspireerd door het gedachtegoed van ecofilosoof Joanna Macy.
Zoals de opleiding mij heeft doen inzien dat het stervensproces van een mens een ultiem groeiproces kan zijn – in onszelf terugvallen – zo zou het teloorgangsproces in het einde der tijden met de juiste begeleiding ook een groeiproces voor een mens, voor de mensheid, kunnen zijn. Ik denk dat dit de kern vat van mijn zoektocht naar inzichten. Stervensbegeleiding biedt onvoorstelbaar veel handvatten om van betekenis te zijn in een einde der tijden.
Meer lezen over Susanne? Bezoek haar website.