Uw bijdrage maakt het verschil!

Wij kunnen ons werk doen dankzij gulle donaties van fondsen en particulieren. Vindt u ons werk belangrijk voor de Nederlandse samenleving? Word dan ook donateur van de Stichting. Meer informatie
#Emoties en sterven

Eeuwig zingen

Korine van Veldhuijsen, schrijft voor en met mensen

29 september 2024

5 minuten lees tijd

Eeuwig zingen

Ondanks zijn hemelse verlangen zei Linekes vader:

‘Mijn tijden zijn in Gods Hand’

‘Wat zou je nog graag willen, Pa?’, vroeg ik hem. 96 jaar was hij toen en hij werd steeds iets brozer. ‘Eeuwig zingen’, antwoordde hij blijmoedig. Uit het niets zeiden we hierna gelijktijdig de tekst van Psalm 89 in de oude berijming hardop, dit was zo’n mooi moment: de herkenning van het samen geloven, al was ik een andere weg gegaan dan hij. Het was zijn verlangen om eeuwig te zingen in het hemelse koor van Gods goedertierenheid, maar zijn tijd was nog niet gekomen.

Mijn vader was altijd psalmen aan het zingen, neuriën of fluiten. Niet alleen in het mannenkoor, ook thuis en als hij vroeger aan het werk was in zijn drogisterij/parfumerie. Als jong meisje schaamde ik me hier weleens voor. Samen met mijn moeder bestierde hij niet alleen deze luxe winkel, maar ook het gezin met drie dochters én het huishouden. Ze deden het echt met elkaar. Het was hard werken voor ze, al wisten ze ook ruimte te maken voor plezier en ontspanning. Na hun pensioen hebben ze samen nog mooie jaren gehad, waarin ze ook zeer betrokken waren als (groot)ouders. Mijn vader ontdekte een nieuw talent: het aquarelleren.

Trapte graag het gaspedaal in

Na het overlijden van mamma volgde een lastige en verdrietige periode voor mijn vader. Zijn verhuizing naar een appartementencomplex voor ouderen gaf hem nieuwe levenslust, hij was toen 82 jaar. Elke dag las hij de krant, aquarelleerde en maakte gebruik van z’n iPad, voor hem een prettig tijdverdrijf. Tot zijn laatste dag speelde hij hierop woordspelletjes met diverse familieleden.

Toen hij minder mobiel werd, bracht de ‘Luggie’, zijn scootmobiel, redding. Waar hij in de auto het gaspedaal graag intrapte, maakte hij op de Luggie ook graag vaart, tot groot plezier van de achterkleinkinderen die bij hem een rondje op schoot mochten. In contact met hen moesten we hem steevast vaker tot de orde roepen dan de kleintjes.

Ik herinner me ons laatste bezoek aan de cardioloog nog goed, mijn vader beleefde zo’n afspraak als een dagje uit met mij. Hij was toen 93 jaar en kreeg plechtig te horen dat hij waarschijnlijk zou overlijden aan zijn lekkende hartklep. Hij racete hierna vrolijk in zijn Luggie over de ziekenhuisgangen, van dit bericht was hij niet onder de indruk. De dood had hij al vaker in de ogen gekeken tijdens pijnlijke niersteenaanvallen. Ik weet nog goed dat ik als 12-jarig meisje ‘s nachts met mijn moeder naar het ziekenhuis ging om toestemming te geven voor een acute en riskante operatie. Ook namen we toen afscheid voor het geval dat.

Steeds een stukje sterven

Steeds meer dingen moest hij loslaten. Het autorijden bijvoorbeeld, een hard gelag. Waar hij eerst zelf mensen naar en van het mannenkoor bracht, werd hij nu zelf gereden, tot ook dit niet meer ging. Hij beleefde zoveel vreugde aan het samen zingen van psalmen en liederen van Johannes de Heer. Het was afscheid nemen en steeds een stukje sterven. En toch weer doorgaan.

Als ik zelf weleens met iets zat, zei hij: ‘Meid, je hebt maar drie woorden nodig om te zeggen’: ‘Here, help mij’. Voor hem was geloven geen vlucht of sprookje, en zeker niet angst gedreven. Het was zijn realiteit, hij leefde zijn geloof. En in het zingen van psalmen resoneerde deze trilling in hem en beleefde hij de hemel. Dat wij die laatste zes maanden van zijn leven samen teksten van psalmen opzeiden – hij vond het grappig om mij te overtroeven – maakte het heel waardevol. Het versterkte onze geestelijke band en gaf invulling aan ons samenzijn. Want als je elkaar veel ziet, is het soms lastig om in gesprek te blijven.

Gaandeweg kwam er steeds meer zorg over de vloer en gebeurde er van alles dat mijn vader lastig vond. En wij hiermee ook. Want poeh, je had een slechte aan hem als je de verzorging niet uitvoerde zoals hij wilde. Dit kreeg je zeker te horen. En niet iedereen was gediend van zijn manier van omgang: Waar kom je vandaan?’, vroeg hij steevast als er alweer een nieuwe zorgverlener kwam. En: ‘Heb je er zin in vandaag?’ Kon je hier niet mee uit de voeten, dan vond hij je chagrijnig.

Als het niet meer gaat, dan…

In de zomer van 2021 werd het zelfstandig wonen met de benodigde verzorging steeds lastiger. ‘Als het niet meer gaat, wil ik graag naar Bosch en Duin’, gaf hij aan. ‘Daar spreken ze dezelfde taal als ik.’ Het verzorgingstehuis kent een christelijke grondslag. En wonderbaarlijk genoeg kwam daar plek voor hem op de logeerkamer van het hospice. Hier hadden de verzorgenden en vrijwilligers écht tijd voor hem en voelde hij zich rustig en fijn. Ook genoot hij van de gesprekken met de geestelijk verzorger.

Maar na zes weken was de logeertermijn verstreken. En alhoewel wij als familie de plek op een afdeling in hetzelfde huis een uitkomst vonden, was hij zelf minder enthousiast. Hij wilde het gewoonweg niet. In die periode zei ik eens: ‘Pap, als je echt niet meer wilt, kun je ook stoppen met eten en drinken’. Een no-go, want: ‘Mijn tijden zijn in Gods hand’. Hij zou maar enkele weken op de afdeling verblijven.

In die periode vertelde hij me dat hij zich zorgen maakte over iemand, en ook waarom. Ik schrok ervan. Eenmaal thuis realiseerde ik me dat hem dit van het hart moest. En dat dit nodig kan zijn eer iemand kan sterven.

Het was een kantelmoment

De dagelijkse verzorging ondergaan, bleef moeilijk. Zoals het insmeren van zijn rug tegen de jeuk: als dit niet zorgvuldig werd gedaan, dan raakte hij geïrriteerd. En dan ’s nachts. Hij belde bij voorkeur niet als hij moest plassen, maar stapte uit bed en toog op zijn Luggie naar de badkamer. Ondanks vallen en ondanks aandringen van de verpleging dat hij zou bellen. Ze wilden er graag voor hem zijn. Toen ik hem bezocht op zijn 97e verjaardag zag ik dat hem iets dwarszat. Na enig aandringen vertelde hij dat hij weg wilde uit het tehuis. Hij wenste dat hij zichzelf nog kon verzorgen. Die ochtend was hij woedend geworden op de zuster die hem hielp en had haar weggestuurd.

Het was een kantelmoment. Hij raakte meer benauwd en ging zelfs de alarmknop gebruiken. Negen dagen na zijn verjaardag gleed hij weg, nota bene terwijl een stagiaire op wie hij gesteld was, zijn rug insmeerde, én terwijl hij in zijn Luggie zat. Hier zagen wij de humor van in. Zijn laatste wens was nu vervuld. Alle psalmen die hij had uitgezocht voor zijn afscheid verhaalden over het Eeuwig zingen in het hemelse koor.

 

 

Schrijf u in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte.