Het valt niet mee voor mijnheer H. wanneer de arts in het ziekenhuis hem het slechte nieuws vertelt. De ziekte is niet te stoppen, verder behandelen heeft dan ook geen zin. Mijnheer is terminaal zoals dat heet. En nu? In het ziekenhuis kan mijnheer niet blijven, daar houden ze geen kostgangers. Terug naar huis is ook geen optie, mijnheer is alleenstaand en heeft door zijn ziekte behoorlijk wat zorg nodig. Met zijn dochter heeft mijnheer sinds zijn scheiding, inmiddels al jaren geleden, een moeizaam contact. Een uitgebreid sociaal netwerk heeft mijnheer niet, er zijn dus nagenoeg geen mantelzorgers. In het ziekenhuis wordt daarom overplaatsing naar een hospice voorgesteld.
Hospice De Patio is een kleinschalige huiselijke voorziening aan de rand van het Weizigtpark, direct achter het Centraal Station in Dordrecht. De hospice heeft acht kamers en biedt plaats aan iedere terminale volwassene, ongeacht gezindte. Huisarts en thuiszorgmedewerkers zijn medisch verantwoordelijk, een grote groep vrijwilligers zorgt daarnaast voor het comfort van de bewoners. Het beleid is er op gericht, de bewoners een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te bieden in de vaak moeilijke laatste fase. In Hospice De Patio overlijden gemiddeld zo’n 65 mensen per jaar.
In het bijna-thuis-huis, zoals de Dordtse hospice ook wel genoemd wordt, ligt de focus op het leven, niet op de dood. De wensen van de bewoners staan centraal. In De Patio hoeft weinig, er kan daarentegen heel veel. Toch is de stap om naar een hospice te gaan een grote. Mensen die er als bewoner binnenkomen, realiseren zich maar al te goed, dat dit het eindstation is. Uiteraard is er in De Patio ruimte voor verdriet en de tranen die daar bij horen. Toch wordt er eigenlijk vaker gelachen dan gehuild. Juist hier maken de kleinste dingen een dag groot en blijkt humor een krachtig wapen tegen een tumor.
De 67-jarige mijnheer H. heeft geen spijt van zijn opname in de hospice. Sterker nog, kort voor zijn overlijden zegt hij de drie weken dat hij in de hospice is geweest als de meest mooie van zijn leven te hebben ervaren. Een prachtig compliment voor onze vrijwilligers, die zich iedere week vier uur met hart en ziel voor de bewoners inzetten. Maar in een dergelijke mededeling, schuilt toch ook zekere triestheid. Gesprekken met mijnheer geven een beeld van een man, die op jonge leeftijd wees werd. Dit had een grote invloed op zijn leven, vooral op het leggen van contact met andere mensen. Hierin bleek hij niet zo vaardig. Jammer, want mijnheer stelde een praatje juist zeer op prijs! Zijn huwelijk hield geen stand, waardoor mijnheer H. zich nog verder terugtrok. De relatie met zijn dochter kwam onder spanning te staan. Zijn volkstuin werd zijn alles. Hier kon hij zichzelf zijn, had hij geen anderen nodig en ging hij helemaal op in zijn hobby. Tot hij min of meer van de een op de andere dag ernstig ziek werd. Hoewel de keuze voor Hospice De Patio voortkwam uit nood bleek het een gouden greep. Mijnheer H. genoot van de goede verzorging en de oprechte, warme aandacht. Hier hoefde hij geen moeite te doen zelf contact te maken. In de laatste fase van zijn leven voelde hij zich geborgen en gezien. Eindelijk!
Het verhaal van mijnheer H. staat niet op zichzelf, merken we vaak. Wat zou het fantastisch zijn, als mensen niet zouden hoeven wachten tot een opname in de hospice om gezien te worden. In feite kunnen wij allemaal vrijwilligers zijn, buiten de hospice, in het volle leven. Oprechte belangstelling voor anderen is effectief en …. het loont, want wie zin geeft aan het leven, geeft ook zin aan de dood.
Deze column verscheen in juli 2011 in het blad ‘Kerk op Dordt’