‘De laatste 1000 dagen’ – hoe doe je dat goed?
BLOG Machteld Huber – nr. 19
Veel eerder had ik mijn 19e blog willen schrijven en daarin mijmeren over het naderbij komen van de 1000e dag, nadat ik was begonnen met tellen. Maar toen werd ik onverwachts geconfronteerd met iets, wat eigenlijk geen verrassing had hoeven zijn, maar wat ik mij in mijn naïviteit niet had gerealiseerd. Het blijkt namelijk dat, terwijl ik zelf ouder word, mijn naaste familieleden dat ook worden. En zo werd ik overvallen door de plotselinge noodzaak van een flink belastende mantelzorg voor directe familieleden. En daarbij werd ik mij tevens nóg bewuster van mijn eigen toenemende leeftijd. Want het krachtig de handen uit de mouwen steken, wat ik vroeger fluitend zou hebben gedaan, vermoeide mij nu opeens enorm. Dít, lieve lezers, is de reden van de grote vertraging: ik trok het gewoon even niet meer.
En zo passeerde mijn 1000e dag, overigens kortgeleden. Die dag heb ik heel bewust beleefd en mij afgevraagd waar ik nu stond? Had ik alles gehaald wat ik mij had voorgenomen – nee dus – en wat was toch nog niet voldoende klaar naar mijn zin? En hoeveel tijd zou ik daarvoor nog nodig hebben, schatte ik in? Laat ik duidelijk zijn: dat aantal van 1000 dagen was destijds een slag in de lucht, geïnspireerd op ‘de eerste 1000 dagen’ aan het begin van het leven, belangrijk voor een goede start. Die wilde ik spiegelen in ‘de laatste 1000 dagen’ en ik ben bewust aan een onderzoekstraject voor mijzelf begonnen, om te zien wat ‘goed oud worden’ voor mij in zou houden. Mijn doel was bijtijds voorbereid te zijn op het moment ‘dat mijn tijd gekomen is’, niet wetend wanneer dat zal zijn. Liefst ruim van tevoren al geen stress meer hebben over ‘wat ik nog had willen doen of regelen’. En dus vooral ruimte voelen om te kunnen genieten van ‘de tijd die mij nog gegeven is’. Welnu, wat waren mijn conclusies op die 1000e dag?
Ik had voornemens om aan te werken, waarvan het ‘ontspullen’ misschien wel de belangrijkste was. En daar ben ik ook krachtig mee aan de gang gegaan. Nooit eerder heb ik mij zó gerealiseerd ‘een kind van de consumptiemaatschappij’ te zijn. In de winkels is zoveel leuks en moois te vinden en als de beurs het toeliet, had ik er geen problemen mee om daar een en ander van te kopen. Ik heb daar altijd van genoten én er – laat ik eerlijk zijn – ook veel onbehagen mee afgereageerd, wat goed werkte. Maar het resultaat: ik heb zó véél meer dan ik nodig heb. En daarbij komt dat ik van de ‘jagers en verzamelaars’ van het tweede type ben en nog een heel fors werkarchief heb. Mijn conclusie op mijn 1000e dag: ik ben echt enorm opgeschoten, vooral met de ‘gebruiksvoorwerpen’ en ook grotere waardevollere bezittingen en wat voelt dat goed. Het was een proces van heel veel loslaten, maar ik voel mij echt bevrijd. Steeds had ik mijn beeld van een ‘Zen-tuin’ voor ogen, waarin met heel weinig een situatie van grote harmonie gemaakt is. Maar dat werkarchief – daar ben ik nog even niet mee klaar. Daar wil ik nog met tijd en aandacht doorheen en dan weggooien.
Ik ben begonnen de dagen te tellen na wat voor mij een soort ‘afscheidscongres’ was, een feestelijk moment waarbij we vierden wat er in 10 jaar werk aan het thema Positieve Gezondheid bereikt was. Dat was kort voor mijn 70e verjaardag. Ofschoon ik daarna niet helemaal gestopt ben met werken – en waar ik tot nu toe geen spijt van heb – doe ik wel veel minder. Want als één ding mij opvalt over die periode van 1000 dagen, is het hoezeer de krachten afnemen na mijn 70e.
En ik had dus voornemens, maar het leven kwam ook met gebeurtenissen op mij af. De val op straat en het breken van van alles, zelfs zonder osteoporose, bracht het besluit om kleiner en ook ‘levensloopbestendig’ te gaan wonen in een stroomversnelling. En toen vonden we ook heel snel iets geschikts en begon de roller-coaster van enerzijds verbouwen van het nieuwe huis én het opruimen en verkoop-klaar maken van het dierbare oude huis. Wát een zware tijd. Zoveel te beslissen op zoveel verschillende terreinen in zo’n korte tijd. Heel vaak hebben we tegen elkaar gezegd: ‘Wat goed dat we dit nu doen, want veel later hadden we het niet meer gekund’. Maar nu ook zeggen we van harte ‘Wat een heerlijk huis en tuintje hebben we.’
Dat was en is ook echt een thema. En zoals gezegd: de krachten worden minder en er treden ook allerlei pijntjes, stijfheden en kleine klachten op. De vraag is dan natuurlijk: valt daar wat aan te doen of is het een kwestie van wennen? Het is de afgelopen tijd twee keer gebeurd dat ik klachten had die mogelijk met iets serieuzers te maken konden hebben. Nu ben ik het type dat doorloopt tot ik erbij neerval, wat mij één keer bijna heel duur is komen te staan. Daar heb ik van geleerd om niet alleen maar flink te zijn. Dus de twee keer dat er mogelijk iets echt vervelends aan de hand kon zijn, heb ik dat laten nakijken. En twee keer was dat geruststellend. Dan ben ik heel opgelucht en besluit flink door te gaan met mijn rekoefeningen, mijn vrouwengym, met wandelen en gezond en lekker eten. Want dan heeft dat echt zin en zit ik niet tegen een afgesloten ruggemergkanaal in te trainen. Ik heb dan ook geen enkele behoefte aan mogelijke medische high-tech hoogstandjes, die mij ook nog aangeboden worden. Nee dank u, elke ingreep heeft ook weer bijwerkingen, dus als dat niet echt hoeft, ga ik gewoon door met gezond bezig zijn. En die ongemakken, daar kan ik best mee leven en die worden echt minder van veel bewegen.
We zijn echt in de fase belandt dat we heel regelmatig bij een afscheid van een nabij iemand zijn. De tijd van trouwkaarten en geboortekaartjes van leeftijdgenoten ligt echt ver achter ons. Maar ook situaties, waarbij familieleden, maar ook nabije buren, niet meer thuis kunnen blijven wonen, komen steeds vaker voor. Hoezeer ‘levensloopbestendig’ hun huis ook is. Dat maakt het nadenken over dergelijke situaties, het eigen levenseinde én het daarbij behorende afscheid ook steeds concreter. We zijn nu nog samen, maar dat zal zeer waarschijnlijk ook een keer veranderen. Dus ofschoon het daarover praten niet nieuw is voor ons, hebben we afgesproken onze wensen daarover nog concreter op papier te gaan zetten. Ook dat voelt goed.
Welnu, dit zijn de thema’s die vooral langskwamen, toen mijn 1000e dag daar was. Zoals gezegd ben ik een heel eind maar nog niet klaar. Ik neem mij voor om bij iedere volgende 100e dag stil te staan en mij af te vragen hoever het is. Ik ga dat in mijn dagboek bijhouden. Wat betreft de blogs neem ik mij er nog één voor, dat wordt de 20e. Daarin wil ik graag wat inspirerende boeken noemen, die ik de afgelopen tijd gelezen heb. Lieve lezers, tot dan!
Machteld Huber, voormalig huisarts en onderzoeker. Ontwikkelde het brede begrip Positieve Gezondheid, waarbij zingeving centraal staat. Zij volgt haar eigen ‘laatste 1.000 dagen project’ en deelt haar belevenissen in periodieke blogs op de website van het Landelijk Expertisecentrum Sterven
Ben je benieuwd naar eerdere blogs van Machteld, lees ze hier.