De aarde dankt haar bestaan aan geweldige ritmische wordingsprocessen door de tijden heen. Ritmen behoren tot de grootste wonderen die de schepping heeft voortgebracht. Niet zozeer omdat ze groots en geweldig zijn, maar juist omdat ritmen geduldig en als het ware vol aandacht zijn.
Als ik op het strand loop op de zandribbels die zijn ontstaan doordat twee polariteiten – de zee en het land – elkaar ontmoeten, vraag ik me af wat ritme eigenlijk is. Ritme is een herhaling van een motief dat nooit ten volle aan zichzelf gelijk blijft. Het is iets anders dan maat, want de maat houden is statisch, kan verstarrend zijn en daarmee ook vaak vermoeiend. In het ritme echter, valt een dynamiek te herkennen die harmonieus is en energie geeft. Als wij in een ritme leven, betekent het, dat je het leven op orde kunt houden, omdat aan elke dag van de week een eigen kleur en invulling te geven is. Het is een manier om structuur te geven aan de aardse tijd.
Ritme kennen we in kunstvormen als poëzie en muziek. In het midden van het menselijk lichaam is ritme te vinden in de hartslag en de ademhaling. Ritme is eb en vloed, dag en nacht, zon en maan, jaar in, jaar uit. Ritme ervaart de mens als heilzaam, als veilig en geborgen zijn op de stroom van het leven. Het vieren van feesten in het ritme van het jaar doet ons goed. Elk jaar hetzelfde Kerstfeest, maar toch ook elk jaar weer anders omdat de omstandigheden veranderen. Een bijzondere vorm van ritme is het gesprek. Er vindt een ontmoeting plaats tussen twee mensen die in afwisseling tot elkaar spreken en naar elkaar luisteren. Een mooi beeld.
Culturen bloeien op, geraken tot rijpheid en vergaan weer. ‘Voor alles is een tijd’ zegt het Bijbelboek Prediker: ‘Er is een tijd om te baren en er is een tijd om te sterven.’
In de natuur verschijnen ieder jaar op onze plek op aarde, de seizoenen. De jeugd ervaren wij aan de lente, terwijl de volheid van de zomer ons doet denken aan onze jaren van volwassen in het leven staan. Gedurende de herfst zijn we ons bewust van het verval tijdens het ouder worden, en de winter associëren we met de dood, omdat de natuur koud is en stil. Althans, daar lijkt het op, maar juist onder de grond wordt er dan door de levende natuur zelf hard gewerkt. Na de winter komt de verdwijning weer tot verschijning in de volgende lente. Geslachten gaan en geslachten komen. Zo worden wij op de golven meegenomen en is het sterven, onze vergankelijkheid, wezenlijk onderdeel van het ritme en de cyclus van het leven.