Bas van Wielink heeft sinds dood van zijn vrouw intense band met dochter Monique
‘Mijn vrouw Ineke en mijn dochter Monique hebben altijd een goede band gehad. En toen mijn vrouw in haar ziekte aangaf dat ze haar dochter dichtbij zich wilde hebben, heb ik daarvoor ruimte gemaakt. De longinhoud van mijn vrouw Ineke werd steeds kleiner. Ze had op een gegeven moment negen liter zuurstof nodig voor één minuut adem. Er stond een hele installatie aan haar ziekbed. En mijn dochter Monique was er iedere dag. De laatste dagen heeft ze naast haar moeder geslapen, op een matras op de grond.
Mijn vrouw is thuis gestorven , drie jaar geleden. Ik ben er die nacht nog uit gegaan. Ze lag zo moeilijk te ademen, ze was zo onrustig. Ik heb haar toen gezegd: “Ga maar, je hoeft niet te lijden”. Na een kwartier ben ik weer naar bed gegaan en in slaap gevallen. Kort daarna moet ze overleden zijn. Mijn dochter lag te slapen en heeft niets gemerkt. Mijn vrouw is weggegleden, zonder dat we het merkten. We waren erbij en hebben het niet gezien.
Haar sterven heeft ons als vader en dochter dichter bij elkaar gebracht. Vroeger spraken we over oppervlakkige dingen, nu hebben we het over het leven. Ik durf te zeggen dat we nu een intense band hebben. We bellen elkaar ook. Net als de tweelingbroer van Monique. Vroeger hadden we vooral formele contacten rond verjaardagen en zo, maar nu zijn we echt een gezin. Mijn vrouw is er niet meer. Dat blijft verdrietig en doet nog steeds pijn. Maar in haar sterven hebben we elkaar weer gevonden. Dat maakt gelukkig en rijk. En ik ben mijn dochter daar zeer dankbaar voor.’
Uit: DREMPEL, magazine over leven met sterven
Tekst: Leo Fijen; Foto Gerard Oonk