Op het nachtkastje staat een vaasje met Vergeet- me -nietjes. Vers geplukt door de zus van Saartje. We mogen onze bewoonster Saartje noemen, anders voelt ze zich zo oud. Ze is bijna negentig jaar. De eerste zonnestralen schijnen op haar gezicht als ik de gordijnen open doe. Ze ligt nog met haar ogen dicht maar zegt zachtjes: ‘Goedemorgen dames, weer een nieuwe dag, voor mij mag het over zijn.’
We gaan Saartje op bed wassen, ze is te zwak en te pijnlijk om te douchen, daar doen we haar al een paar dagen geen plezier meer mee. Ze wil de kleding aan die haar zus gisteren voor haar heeft klaar gehangen in de kast. Een witte blouse met een mooie bloemenprint op een zwarte broek. Voordat we haar aankleden smeer ik haar gezicht en lichaam nog even lekker in met haar favoriete bodylotion. ‘Ik zal jullie niet vergeten, jullie zijn altijd zo lief voor mij ‘, zegt Saartje. ‘We doen het met liefde’, zegt de verpleegkundige met wie ik de verzorging deze ochtend verricht.
De kleinkinderen van Saartje hebben een paar dagen geleden afscheid genomen van hun oma via een raambezoek. Saartje kon er maar niet over uit dat ze niet meer mocht knuffelen met haar kinderen en kleinkinderen vanwege de Corona. Haar zus kwam regelmatig. Zij en haar zus waren erg hecht, vertelde Saartje mij tijdens de opname in het hospice. Ze was er altijd voor Saartje, ze hadden aan één woord genoeg. Ze hebben samen veel meegemaakt, deze band is zo sterk daar komt niemand tussen aldus Saartje. Mooie verhalen kon onze bewoonster daarover vertellen. Ik zit naast mevrouw en strijk een grijze lok uit haar ogen. Dat dit anders voelt met plastic handschoenen aan is alleen mijn gevoel. Ik krijg een glimlach als bedankje. Diezelfde middag is ze rustig ingeslapen in het bijzijn van haar zus en zonen.
Aan het einde van de middag is het afscheidsritueel van Saartje. De zon schijnt nog volop en ik besluit de uitgeleide buiten voor het hospice op de parkeerplaats te doen. Er is voldoende ruimte om allemaal anderhalve meter van elkaar af te staan. Als de rouwauto in beweging komt, worden er allemaal handkusjes naar Saartje geblazen. En dan, intens verdrietig, breekt zus. Ze was de hele tijd zo sterk.
Ik weet dat het tegen alle protocollen in is, maar ik sla een arm om haar heen en fluister in haar oor: ‘U was meer dan een zus voor Saartje, ze zal u nooit vergeten.’