Na de Amerikanen en Engelsen hebben nu ook de Nederlanders onderzoek gedaan naar gedeelde doodervaringen en de gevolgen ervan. Anne Gouweloos onderzocht of deze spirituele ervaring rondom het sterfbed van een geliefde invloed heeft op rouwende jongeren en zo ja, hoe dan.
‘Ik zag op de sterfdag van mijn vader een groene gloed onder zijn dekens vandaan komen die zijn hele lichaam omvatte. De gloed verdween langzamerhand in de loop van de dag. Toen alleen zijn voorhoofd nog omgeven was door die gloed, wist ik dat hij binnen korte tijd zou sterven. Een half uur later overleed hij heel rustig.’ De 55-jarige Berry heeft bij het sterfbed van zijn vader deze zogenaamde gedeelde doodervaring meegemaakt. Het vervulde hem met troost. Hij wist dat zijn vader goed was heengegaan en aangekomen. Zijn moeder overleed jaren eerder, toen Berry 14 jaar oud was. De dag na haar overlijden stond er een blauwe reiger in de tuin van zijn ouderlijk huis. Berry vroeg zich hardop af of het zijn moeder was. Zijn vader antwoordde: ‘doe normaal’. In de loop van zijn leven kwam de reiger echter steeds op cruciale momenten vlak voor hem staan of krijsend op hem af vliegen. Berry weet dat zijn moeder hem zo steeds iets laat weten via de reiger. Hij ervaart op deze manier steun van zijn moeder.
Samen uit het lichaam
In Nederland is nog weinig onderzoek gedaan naar gedeelde doodervaringen. Uit de VS en Engeland zijn de laatste jaren steeds meer onderzoeksgegevens bekend geworden. Raymond Moody en Paul Perry en later Dianne Arcangel spraken veel mensen die aan het sterfbed van een geliefde ‘een stukje meegingen in de dood’. Deze mensen ervaren waarschijnlijk dezelfde dingen die de stervende ervaart. Zoals een onwerkelijk helder licht in de kamer. Of ze zien samen met de stervende een overzicht van diens leven of zien de contouren van de stervende uit het eigen lichaam gaan. De mensen die dit meemaken zijn volkomen gezond. De ervaring is vaak heel positief. Ze zien bijvoorbeeld dat de stervende het heel fijn vindt om uit zijn lichaam te gaan. En dat eerder overleden familieleden de stervende ophalen. De gedeelde doodervaring duurt in werkelijkheid niet lang. Dat leiden de onderzoekers af uit verhalen van anderen die bij het sterfbed aanwezig zijn maar die geen gedeelde doodervaring meemaken. Degenen die dat wel ervaren, weten niet hoe lang ze dat ervaren aangezien ze geen besef van tijd en ruimte hebben gehad tijdens deze vorm van uittreding samen met hun stervende geliefde.
Steun en troost
De Brit Peter Fenwick, vooraanstaand neuropsychiater, deed ook onderzoek. Eerst naar bijna-doodervaringen van mensen die een hartstilstand hadden, zijn gereanimeerd en dus een tijdje dood zijn geweest. Degenen die zich de doodervaring herinnerden, spreken ook van een fel licht, een terugblik op het leven en een grens waar zij moesten kiezen of ze erover heen wilden gaan. Via interviews hoorde ook Fenwick over gedeelde doodervaringen. In Nederland deed Ineke Koedam, voorzitter Landelijk Expertisecentrum Sterven, onderzoek onder hospice-medewerkers. Uit de vele verhalen, beschreven in zowel Engelse als Amerikaanse onderzoeken, spreekt de steun en troost die mensen hebben ervaren wanneer ze een stukje mee zijn gegaan in de dood van hun geliefde.
Rouwende jongeren
Anne Gouweloos studeerde af op het onderwerp ‘Rouw na spirituele ervaring’. Zij richtte zich op volwassenen die als jongere (tussen de 11 en 23 jaar) een ouder hadden verloren. En rondom dat sterfbed een gedeelde doodervaring hadden meegemaakt of later een ander soort spirituele ervaring (zoals het terugzien van de overledene enkele maanden na diens dood). Gouweloos wilde weten of de jongeren deze ervaringen ook als steun en troost hadden ervaren en zo ja, wat dat dan precies voor hen betekende. Of en hoe dat hun rouw had beïnvloed. Ze sprak 4 mensen uitgebreid daarover. Allen hadden een duidelijke steun ervaren na de gedeelde doodervaring of na de spirituele ervaring. Een 60-jarige vrouw omschreef het als: ‘Ik weet al bijna mijn leven lang dat ik gesteund word in moeilijke periodes in mijn leven. Daar kan ik op bouwen en daardoor weet ik dat ik er niet alleen voor sta.’ Berry weet dat hij kan rekenen op de blauwe reiger die af en toe voorbij komt. Zodra hij die ziet, weet hij al wat er gaat gebeuren en ook wat hij het beste kan doen. Vera, 30 jaar, vertelt over haar vader die stierf toen zij elf jaar was. Op het moment van sterven had ze zijn hand vast en voelde ze dat er een enorme energie uit haar handen kwam om aan haar vader te geven. Hij voelde dat ook, glimlachte dankbaar naar haar en stierf.
‘Het is goed’
Alle geïnterviewden uit het onderzoek van Gouweloos concludeerden aan het eind van het interview uiteindelijk hetzelfde. Ze zeiden allemaal letterlijk: ‘Het is goed’. Zo omschreven zij los van elkaar hun ervaren gevoel van steun en troost. Het is een sterk weten dat hun overleden geliefde (ouder) het goed maakt en dat het met hen ook altijd goed komt. Ook wanneer ze zelf sterven. Geen van allen is meer bang voor de dood. Ook uit de Amerikaanse en Engelse onderzoeken blijkt dat. Een gedeelde doodervaring is bijzonder om mee te maken, zo zeggen alle geïnterviewden uit alle onderzoeken. Nadien zijn ze een stuk rustiger dan tevoren en kunnen zaken beter relativeren. Ze ervaren allemaal steun en troost die niet afzwakt. In de loop van hun leven neemt die bij sommigen juist toe. Er is ook een aantal mensen dat geen steun en troost ervaart, zo blijkt uit Het Amerikaans onderzoek. Zij werden bang van de spirituele ervaring of begrepen niet wat zij meemaakten.
Is het waar?
Blijft de vraag in hoeverre we kunnen aannemen dat deze mensen de waarheid spreken. Want wanneer je zelf geen gedeelde doodervaring meemaakte, vraag je je dat wellicht af. Het antwoord van de Amerikaanse onderzoeker Raymond Moody van een aantal jaar geleden is: ‘Ik ben 65 jaar, heb in de forensische psychiatrie gewerkt en kan goed inschatten of mensen de waarheid spreken.’ Gouweloos heeft dezelfde achtergrond als Moody en geeft hetzelfde antwoord. Moody beleefde op latere leeftijd alsnog een gedeelde doodervaring aan het sterfbed van zijn moeder, samen met drie anderen. Ze konden elkaar erna precies vertellen wat ze hadden gezien en alles stemde overeen. Moody twijfelt niet meer. Voor Gouweloos is het geen relevante vraag, ondanks dat zij geen gedeelde doodervaring meemaakte tot nu toe. ‘Want’, zo concludeert ze ‘wat maakt het uit of ik het geloof of niet? Voor de mensen die het meemaakten is het de waarheid. Zij leven en dealen ermee. Het geeft hen steun en troost in hun verdere leven. Dat lijkt mij helemaal prima’.
Meer informatie over het werk van Anne Gouweloos vindt u op haar website.
Fotografie Rob Benningen