De heer Frank Knol (60 jr) over de verlieservaringen in zijn leven in het kader van ons pleidooi voor Palliatief Verlof: ‘Ik heb vele malen de dood ontmoet en daardoor verschillende ervaringen op het gebied van sterven, rouw en nabestaande zijn. Ondertussen heb ik ook onderzoek gedaan over wat dood nu eigenlijk is. Mijn lichaam is 60 jaar en woont in Aalsmeer en ja ik deel mijn ervaringen natuurlijk graag.’
Ik heb vier keer een partner verloren. Toen ik 28 jaar was gebeurde dat voor het eerst. Ze werd vermoord door een tbs-patiënt op proefverlof. Mijn wereld stond stil. Onbeschrijfelijk als iemand uit je eigen slaapkamer er plotseling niet meer is. We hadden geen relatie meer en ik had iets meer afstand maar zij was mijn eerste liefde. Het was in die tijd landelijk nieuws. Ik kluste zelf, was eigen baas. Mijn collega’s die snapten het wel. Ik ben er ruim een week tussenuit geweest. Ik kon dat zelf regelen omdat ik zelfstandig was.
Mijn tweede partner is met Kerst 1989 door zelfdoding om het leven gekomen. Wij hadden een relatie van drie jaar. Het was een overrompelende ervaring waar niet over gesproken werd. Ik werkte net een maand of drie, vier als vrachtwagenchauffeur. Met pijn en moeite kreeg ik twee dagen vrij. Er was totaal geen aandacht voor. Ik ben doorgegaan, mijn omgeving kon er niks mee en ik heb het weggestopt. Het was gewoon doorwerken. Ik kon dat. Maar in latere ervaringen met de dood kwam het in volle hevigheid terug.
Mijn derde partner overleed in 2012. Wij hadden een vriendschap van vijfentwintig jaar en de laatste negen jaar hadden we een intieme relatie. Na vier jaar kreeg ze borstkanker met uiteindelijk uitzaaiingen in de longen. Ik was vijf jaar mantelzorger. Zij had geen rijbewijs en het kostte veel tijd om voor haar te zorgen. Ik werkte als buschauffeur bij Connexxion en ik kon extra vrije dagen kopen. Door de jaren heen heb ik 20 dagen buitengewoon verlof opgenomen. Connexxion is heel goed geweest. Ik heb alle medewerking gekregen die ik vroeg. In mei 2012 overleed ze en ik kwam in een onverwacht gat. Een ‘mantelzorg-gat’. Onverwerkte dingen uit het verleden kwamen ook naar boven. Ik kreeg last van slapeloze nachten en het ging niet goed met mijn werk. Toen ik met de bus de berm in reed als gevolg van te weinig slaap heb ik de bus aan de kant gezet. Mijn werkgever snapte het en ik ging de ziektewet in. Dat duurde een week of vijf. Ik had het niet zien aankomen. Had me nooit gerealiseerd wat een impact het had. Na die weken begon ik met behulp van diverse therapieën weer wat te slapen en heb ik gevraagd of ik halve dagen mocht werken. Drie à vier maanden werkte ik halve dagen en kreeg ik volledig uitbetaald. Ik kreeg de ruimte voor rouw van mijn werkgever en leidinggevende. Beiden begrepen de noodzaak van extra verlof om de weg niet kwijt te raken. Daarna ben ik in overleg met de bedrijfsarts weer volledig gaan werken.
Mijn ervaringen laten zien hoe extra verlof onvoorstelbaar zware tijden dragelijk kan maken. Dat werkte uiteindelijk mee aan mijn herstel.
In 2014 werd ik stapelverliefd. We maakten mooie reizen samen maar na ruim één jaar werd ze ziek. Ze had uitgezaaide longkanker. Het zag er niet best uit. Na een relatie van ruim tweeëneenhalf jaar is zij in januari 2017 overleden. Opnieuw stond mijn wereld stil. Mijn leven werd weer het toneel van hoop en wanhoop, van uiterste onzekerheid en verbijstering.
Ik kon haar helpen en bijstaan maar het ging nu allemaal veel sneller. In 2016 werd zij acuut geopereerd. Een derde van haar long werd weggehaald, een heftige operatie. Ik werkte nog bij Connexxion maar had een andere leidinggevende. Ik heb mantelzorgverlof aangevraagd en volgens de CAO had ik recht op veertien dagen per jaar. Na die veertien dagen heb ik om meer vrije dagen gevraagd. Dat kon aanvankelijk niet maar ik heb mijn leidinggevende kunnen overtuigen van de noodzaak van extra vrije dagen. Uiteindelijk lukte het om twintig dagen extra verlof voor eigen rekening om te nemen. Gelukkig was ik in de omstandigheden dat ik dat ook kon doen. Ik kon de dagen naar eigen believen opnemen. Daardoor kon ik gedurende het laatste jaar van haar leven aan mantelzorg doen.
Nadien was er de begrafenis en kreeg ik officieel drie dagen vrij. Daarna is er niks meer over gezegd. Er werd niet meer over gesproken.
Na dit laatste overlijden ben ik er zelf veel over gaan praten. Dat had ik de voorgaande keren bijna niet gedaan. Het heeft me geholpen om weer opnieuw te beginnen. Het kost veel tijd en geduld om het leven weer leefbaar te krijgen. En ik ben gaan onderzoeken: wat is de dood? Ik ben o.a. naar Egypte geweest en heb onderzocht hoe de klassieke oudheid met zelfdoding omgaat.
Dood is in al zijn verschijningen een ‘fantastisch onderwerp’. Ik ben er nu veel bewuster mee bezig en praat daar graag over met iedereen. Ik wil laten zien hoe belangrijk het is om er over te praten. Maar je moet er wel zelf over beginnen. Verrassend genoeg blijkt het dan veel mensen te raken.