Zes jaar geleden kwam ik in aanraking met de graszoden opbaring. In de praktijk zie ik dat vaak automatisch gekozen wordt voor de koelplaat om het lichaam te conserveren na het overlijden tot aan de begrafenis of crematie. IJskoude, soms bevroren ledematen zijn het gevolg. Wat doet mechanisch koelen met de overledene? Wat vindt er plaats in de dagen van opbaring? Kan het anders? In hoeverre is dat mogelijk? Zijn er contra-indicaties? En welke zijn dat dan?
Wat is een opbaring met graszoden?
Deze methode is eenvoudig toe te passen.
De voorbereidingen:
– Kies een koele ruimte
– Gebruik met betrekking tot de kist en de (be)kleding liever geen kunststof
– Leg tevoren op de plaats waar het bed staat of de baar komt te staan op de vloer een stuk plastic ter grootte van het bed/de baar
– Leg graszoden op grote dienbladen of bakplaten en plaats die op het plastic
– Coolpads op het lichaam ondersteunen de natuurlijke koeling
Plaggen kun je gewoon uitsteken. Het gras kan na afloop weer op zijn plaats worden teruggelegd. Minstens twee keer per dag wordt het gras besproeid met water in een plantenspuit, waarin kwarts druppels (D8) en een scheutje rozemarijn badmelk is opgelost. Deze combinatie van natuurlijke ingrediënten brengt een koolstofassimilatie op gang die warmte onttrekt aan de omgeving. Rozemarijn zorgt tevens voor een aangename geur, kwarts (bergkristal, silicium) ondersteunt de werking door zijn vormkracht en door zijn licht dragend en -doorlatend vermogen.
Wat zijn de motieven voor de keuze van graszoden?
In het algemeen is voor de nabestaanden de koeling een onderdeel van de uitvaartzorg waar men nog weinig van af weet. Door onwetendheid over alternatieven is er snel angst voor verval en geurtjes. Des te meer kans dat men geneigd is af te gaan op de goedbedoelde adviezen van de begrafenisondernemer. En die kiest meestal voor mechanische koeling. Gewoon omdat dit ‘het meest garant staat voor goede conservering tot de begrafenis of crematie’.
Maar is dit aspect het enige wat van belang is voor onze keuze?
Een andere keuze kan wenselijk zijn wanneer we uitgaan van wat er in de dagen na het sterven plaatsvindt. Vanuit o.a. de antroposofie is sterven namelijk niet een gebeuren op één moment, maar is het een proces. De levenskrachten van de mens verlaten geleidelijk het lichaam, in ongeveer drie dagen tijd wordt langzaam het verband tussen lichaam, ziel en geest verbroken.
Door het loskomen van de levenskrachten komen herinneringen vrij. Volgens de antroposofie zijn deze beelden voor de overledene van zeer groot belang, namelijk voor het verwerken van het voorbije leven tijdens zijn reis in de geestelijke wereld. Steeds kijkt hij daarnaar terug. Daarom is het wenselijk ervoor te zorgen dat dit proces ongestoord plaatsvindt en in de hierbij behorende natuurlijke tijdsduur. Bij mechanische koeling ligt het accent op het verlagen van de temperatuur, veelal direct in hoog tempo. Het geluid en de kou kunnen verstorend werken op het loslatingsproces: het geeft onrust, zowel voor de overledene als voor de betrokkenen, aanwezig in de ruimte.
Een onderdeel van het stervensproces kan het waken zijn bij een overleden dierbare.
Renée Zeylmans omschrijft in haar boek Rouwverwerking en rouwbegeleiding ‘waken’ als volgt: ‘De dagen voor de uitvaart geven je de gelegenheid om afscheid te nemen, om te waken. Waken heeft te maken met eerbied tonen voor het leven dat geleefd is, maar ook eerbied voor het omhulsel dat deze mens gediend heeft. Ook daar had je liefde en zorg voor. Ook daar wil je afscheid van nemen. Waken is wakker zijn, waakzaam zijn, alert zijn. Maar het is een wakkerheid op een ander niveau dan in het gezonde dagelijkse leven gebruikelijk is. Het is een wakker zijn in het nachtbewustzijn. Een vorm van intuïtief wakker zijn, op het niveau van de ziel. Waken verwijst ook naar bewaken. Maar wat bewaken we dan? Ik denk vooral de rust. Wellicht scheppen we een sfeer waarin de gestorvene zijn levenspanorama ongehinderd kan ondergaan. Bij het sterven verlaten de levenskrachten het fysieke lichaam, waardoor herinneringen opstijgen en loslaten. De gestorvene ziet op dat moment zijn hele leven als een soort panorama aan beelden in zich voorbij trekken, zonder dat er sprake is van een oordeel. Hij staat er middenin en weet; “dit is mijn leven”. Mensen die op de rand van leven en dood verkeerd hebben, kennen deze ervaring.’
Wanneer je vaak gewaakt hebt in situaties waarin sprake is van mechanische koeling, is graskoeling een weldadige ervaring. Het is of de hele ruimte meehelpt om een heilzame omhulling te scheppen voor deze overledene.
Wanneer is het gebruik van graszoden geschikt en wanneer niet?
Het gebruik van graszoden is op de eerste plaats geschikt als nabestaanden er achter staan en vertrouwen hebben in het proces. Ook de uitvaartondernemer moet deze manier van koelen onderschrijven. Over het algemeen voldoet de graszoden opbaring gedurende de eerste drie belangrijke dagen van loslaten van het aardse bestaan.
En daarna?
Graskoeling is weliswaar in het algemeen zeer geschikt voor de tijd van drie à vier dagen, maar niet altijd voor een langere periode. In het verleden vond de begrafenis/crematie meestal redelijk snel na deze drie dagen tijd plaats. Maar in de laatste jaren is de tendens ontstaan (door de mogelijkheid van mechanische koeling of door het toepassen van een lichte balseming) om de tijd tussen het sterven en begraven/cremeren op te rekken. Als zo’n langere tijd onontkoombaar is, is het goed te beseffen dat het overleden lichaam ook van nature afkoelt en niet meer de temperatuur van de omgeving aanneemt. Ook kunnen we ons realiseren dat geur bij het proces van het sterven hoort en hoeven we daar niet bang voor te zijn. Bovendien kunnen we dan gebruik maken van goede natuurlijke geurmiddelen.
We hoeven in zo’n geval graskoeling voor de eerste drie dagen dus niet a priori af te wijzen. Zo nodig kan men -na overleg- wel al tevoren de mechanische koeling aanbrengen, maar deze pas inschakelen na de derde dag. Ook een lichte balseming (thanatopraxie) is mogelijk na de eerste belangrijke dagen. Of de keuze maken na drie dagen de kist/mand/wade te sluiten.
En in extreme gevallen van een reeds door ziekte, of een ongeval ingezet verval van levenskrachten, van volumineuze mensen of andere extreme omstandigheden kan toch een keuze voor mechanische koeling of thanatopraxie na het sterven wenselijk zijn. In deze situaties kunnen we dankbaar gebruik maken van de verworvenheden van de moderne techniek. Steeds geldt dat een wakker bewustzijn, duidelijkheid over de gewilde keuze en vertrouwen in deze periode kunnen bijdragen tot het welslagen van wat wordt gewenst.
Dat de grasopbaring een goed alternatief is, heb ik de afgelopen jaren verschillende keren mogen ervaren. De keuze voor het gebruik van graszoden is vaak een spirituele. Als groot voordeel wordt door nabestaanden genoemd:
– De rust; geen geluid van een zoemende koelplaat.
– De temperatuur van de kamer; het is niet ijzig koud.
– De temperatuur van de overledene; het lichaam voelt niet zo koud.
– De kamer waar de overledene is opgebaard voelt en ruikt aangenaam. Er heerst een goede sfeer, waardoor je niet geneigd bent weer snel weg te willen.
– De stemming tijdens de dagen van opbaren is aangenaam doordat nabestaanden meegaan in een bepaalde sfeer van rust.
– Nabestaanden zorgen veelal zelf voor de graszoden en voor de verzorging ervan tijdens de dagen van opbaring.
– Het is een prettige bezigheid om iets natuurlijks te kunnen doen voor een dierbare direct na overlijden. Naast het graszoden steken worden vaak plantjes en bloemen in het gras gezet.
Van het allergrootste belang is dat het een vrije keuze is, waarin eenieder, zowel nabestaanden als uitvaartondernemer, vertrouwen heeft en achter kan staan.
Bezoek hier de website van Hedy van Barneveld.