In de herfst zien we dat de bomen een beweging naar binnen maken. Ze laten hun bladeren los en trekken de energie naar binnen, naar de aarde toe. In de wortels gebeurt er in stilte een transformatieproces waarvan we de vruchten pas later waarnemen in de lente. Elk jaar zien we dit proces gebeuren en toch staan we er nauwelijks bij stil. Nochtans is de natuur een belangrijke en universele leermeester van de mens. Als we ons opgejaagd en zwaarmoedig voelen kan een wandeling door het bos ons nieuwe energie geven en helderheid in het denken. We voelen ons weer opgeladen. Waarom is dit zo? De natuur openbaart ons woordeloos vele levenslessen die onze ziel voeden. Zo is het belang van de beweging naar binnen een heel belangrijke kosmische levensles.
Er is een ritme in de kosmos dat bestaat uit twee – zich steeds herhalende – bewegingen: openen en sluiten, uitzetten en samentrekken. We zien dit in de getijden van eb en vloed, in het open- en dichtgaan van de bloemen en in het ritme van de seizoenen. In iedere cel van een organisme vinden we dit ritme van uitzetten en samentrekken en denken we ook aan de voortdurende pulsatie van onze hartslag of de steeds terugkerende beweging van de in- en uitademing. Een verstoring van dit ritme brengt niet alleen het lichaam uit balans maar ook raken wij geestelijk verkrampt. Stel je voor dat je alleen maar uitademt en geen tijd neemt om in te ademen. Dit hou je niet lang vol. Toch ademen we op geestelijk vlak alleen maar uit, we zijn vooral naar buiten gekeerd. Is het dan zo verwonderlijk dat we uit balans geraken? Door het ritme te herstellen kan er evenwicht komen in ons hart en in de wereld.
Om bewust in het leven te staan gaat het erom een levensritme te ontwikkelen van inkeer en uitkeer, van ‘zijn’ en ‘doen’.
Ria Weyens geeft samen met Jacomien Marinussen van 12-14 maart 2023 de retraitescholing ‘Groeien in leven en sterven’.