Wanneer houdt het leven op en is iemand dood? Is dat op het moment dat het hart niet meer klopt, het bloed niet meer stroomt en de schouwarts de dood heeft vastgesteld? Maar hoe komt het dan dat hospicewerkers met grote regelmaat na het fysieke overlijden een aanwezigheid ervaren? Een ‘iets’ dat oplost of zich langzaam losmaakt, maar waarmee in ieder geval nog een verbinding kan worden ervaren? De antroposofie stelt dat de drie dagen volgend op het sterven nog bij de biografie van de mens horen. Het is een ‘tussentijd’ waarin we de gestorvene de omhulling kunnen geven om terug te kijken op het geleefde leven. Een tijd waarin het levenslichaam vrijkomt in beelden. Er is rust en stilte nodig om bezig te zijn met dat levenspanorama dat zich aan de stervende vertoont als een zich achterwaarts afspelende film. In de oosterse tradities maar ook in de verschillende stromingen binnen het westers esoterisch christendom is van oudsher veel bekend over het nieuwe leven dat de gestorvene binnentreedt.
Een hospice vrijwilliger vertelt: ‘Als ik na een overlijden bij iemand zit, dan voel ik een aanwezigheid en na een half uur of een uur ook nog. Fysiek is iemand overleden maar ik heb het gevoel dat de energie, de ziel, er nog is. Ik wacht ook altijd met de laatste zorg totdat de ziel vertrokken is. En ik ben blij dat wij hier in huis soms uren wachten om de ziel de rust te geven voordat wij met de laatste zorg beginnen. Zo ervaar ik dat, de ziel rust geven, en ook familieleden beamen dat.’
‘De wereld is complexer dan het simpele mechanische model dat we zo lang hebben gevolgd. Onderzoek wijst uit dat we meer zijn dan het functioneren van onze hersenen en dat ‘iets’ – ziel, geest of bewustzijn – doorgaat in wat voor een vorm dan ook, in ieder geval enige tijd’, aldus Peter en Elizabeth Fenwick op de achterflap van hun boek The Art of Dying.
Afgeschermde sfeer
In instellingen en ziekenhuizen wordt de zorg voor de dode ‘afleggen’ genoemd. Afleggen is het gereedmaken, wassen en kleden van de overledene, voor het opbaren. Afleggen gebeurt als de arts de dood heeft geconstateerd en altijd naar de wensen van de overledene. Waar voorheen verpleegkundigen en verzorgenden deze taak op zich namen, zien we steeds vaker dat deze handelingen worden overgenomen door uitvaartverzorgers.
In hospices wordt de zorg voor de dode, laatste zorg genoemd. De laatste zorg gebeurt in een afgeschermde sfeer, in die zin dat er niet zomaar mensen in en uit kunnen lopen. De laatste zorg respecteert de overledene én de dood. Zij die de laatste zorg uitvoeren, ervaren nog al eens dat zij opgenomen worden in een sfeer die het dagelijks bewustzijn overstijgt. Een soort tijdloosheid. Het is belangrijk dat zij na afronding van de zorg even een moment voor zichzelf nemen, iets eten of drinken en weer geleidelijk aan invoegen in het dagelijkse ritme.
Verpleegkundige Mieke: Mijn ervaring is dat veel mensen het een beetje eng vinden maar als je ze uitnodigt en het goed begeleidt, blijken ze vaak tot de mooiste dingen in staat. Ze zijn er dan ook heel blij mee dat ze geholpen hebben. Bijvoorbeeld vader nog scheren, moeder van make-up voorzien, helpen bij het aantrekken van de kleding.
Kolenschoppen van handen
Een indrukwekkend en ontroerend ritueel aan het slot van de laatste zorg is het oliën van de handen. Handen die een leven lang hebben gewerkt. Handen die hebben gewiegd en gedragen, geslagen en gestreeld, genomen en gegeven, vastgepakt en losgelaten. Die handen verdienen een laatste eerbetoon en mogen dan rusten. Een ritueel dat niet zelden ontzag, respect en dankbaarheid oproept voor de levensweg van deze mens. Een vrijwilliger vertelt:
‘Wij hadden een mevrouw die twee zonen had met wie zij gebrouilleerd was. Haar schoonzus wilde uit eerbetoon helpen met de laatste zorg. Zij belde ook de beide zoons. De relatie met deze zoons was altijd problematisch geweest. Zij waren verslaafd aan alcohol en drugs. Zij kwamen langs, namen afscheid van hun moeder maar wilden er niet bij blijven. Aan het eind heb ik ze er toch bij gevraagd, want dan oliën wij altijd de handen. Ik heb gevraagd of zij dat wilden doen. Het was ontroerend hoe deze grote, grove mannen met kolenschoppen van handen hun moeder bedankten voor wat haar handen voor hen hadden gedaan.’
Overgangsgebied
Laatste zorg ervaringen zijn wezenlijke en betekenisvolle ervaringen. Niet alleen voor naasten maar ook omdat ze aantonen dat het bewustzijn niet ophoudt als het lichaam sterft. Sterven is niet een enkele gebeurtenis maar een proces. Sterven, zo ontdekken we, is geen einde maar een overgang. Hospicewerkers reiken ons diepgaande inzichten aan in bewustzijnstoestanden en waarnemingen in het overgangsgebied van de dood.
Uit: In het licht van sterven, ervaringen op de grens van leven en dood, Ineke Koedam (verkrijgbaar in onze webshop)