Sterven is universeel. We ‘doen’ het allemaal. Maar hoe laat je de dood binnen als hij op de deur klopt? Sterven is gewoon, alledaags en net als geboren worden hoort het bij het leven. Tot het midden van de vorige eeuw was sterven een vertrouwd onderdeel van het leven en werd het op die manier aanvaard. De meeste mensen stierven thuis, binnen de eigen gemeenschap en geloofstraditie. Wanneer de dokter niets meer kon doen, verliet hij het huis en kwam de geestelijke binnen om het einde te begeleiden. Buren brachten een pannetje soep. Na de dood stond de kist in de woonkamer terwijl kinderen er omheen speelden en buren afscheid namen.
Sindsdien is er veel veranderd. Inmiddels leven we langer omdat we medisch gezien steeds eerder ‘gediagnosticeerd’ worden en op veel gebieden van het leven kunnen ingrijpen; we ontwerpen protheses en ontwikkelen talrijke nieuwe medicijnen die ons leven gerieflijk in stand houden. Zo worden we ouder en ouder. De allerlaatste periode van het leven brengen we volgens statistieken meestal door in een zorginstelling. Niet vreemd dat de dood steeds verder van ons af is komen te staan.
Weten we eigenlijk nog hoe sterven gaat? En moet alles toegepast worden wat medisch gezien mogelijk is? Kan maakbaarheid ook een bron van lijden zijn? Zijn we onze verdraagzaamheid ten opzichte van de werkelijkheid aan het kwijtraken? Vinden we sterven wel gewoon?
Tegenwoordig zet men vaak medische begeleiding in bij het overlijden, terwijl sterven net als bevallen op zich niet een medisch probleem maar een natuurlijk proces is. Een proces waarin het organisme zelf de weg hoort te weten om te doen wat er gebeuren moet. In de laatste uren van het leven ontwikkelt het lichaam bijvoorbeeld vernuftige mechanismen die ‘lijden’ tegengaan: door het falen van organen stapelen afvalproducten zich op, waardoor slaperigheid ontstaat en er nauwelijks meer bewustzijn is voor pijn en andere prikkels. Is het lichaam niet wijzer dan we denken? Op het einde lijkt de natuur mild voor ons. Kunnen we vertrouwen op een natuurlijk verloop van het stervensproces?
Hoe meer we vertrouwd raken met álle aspecten van leven en sterven, hoe meer we ons veilig en in vertrouwen daaraan durven over te geven. Is het daarmee ook mogelijk om het sterven meer uit de medische en politieke hoek te halen en terug te geven aan de gemeenschap?
‘Veracht de dood niet,
Maar aanvaard hem,
Daar hij ook een van de dingen is,
Die de natuur wil.’
Marcus Aurelius
Als we negen maanden nodig hebben om ons te ontwikkelen en te voltooien tot rijp kind dat geboren kan worden (to give birth), zouden we dan niet ook alle tijd nemen om rijp te sterven? We zien aan degene die stervende is, dat deze zich steeds meer terugtrekt uit de wereld, in de eigen ruimte van de cocon, naar binnen toe, klein, op zichzelf, alleen, stil…..en daar de tijd voor neemt. Tijd is essentieel. Je hoort naasten bijvoorbeeld zeggen dat ze voor het eerst heel duidelijk de klok horen tikken wanneer ze een tijdje in de kamer van de stervende zitten. Het valt hen op dat tijd tikt; het wordt hen voor het eerst bewust. Deze tikkende tijd wijst op het werk van Chronos, de God die de maat der dingen op kloktijd ‘slaat’, langs de horizontale as waarop we onze dagelijkse afspraken in opeenvolging afwerken.
We zijn het niet meer gewend dat een natuurlijk en gewoon sterven tijd vraagt, dat het geen Chronos-knop is die wij volgens afspraak, op een bepaalde tijd en dag, voor stervenden omdraaien. Het valt uiteindelijk niet te voorspellen wanneer een stervende het leven vrijgeeft. Dat kan op een moment zijn dat je net uit diens kamer bent of dat je ‘te laat’ arriveert. Het natuurlijke overlijden is niet te regisseren. Iedereen heeft zijn eigen stervensuur. Dat moment valt onder de werkzaamheid van Kairos, de God van ‘Het juiste ogenblik en de goede gelegenheid’. Deze Kairos, kleinzoon van Chronos, bepaalt het juiste stervensuur van ons levenslot in de verticale as, tussen hier en daar, in het juiste Nu.
‘De tijd
brengt alles aan het licht.’
W. Shakespeare
In mijn werk kreeg ik weleens het gevoel dat sommige mensen op een heel bepaald moment zelf het besluit namen om het draadje van de levensballon niet meer vast te houden, maar om die los te laten. Ze leken hiermee geheel zelfstandig de beslissing te nemen voor het begin van de zogenaamde ‘aflossingsprocessen’ van lichaam en ziel. Fascinerend. Alsof ze vanuit hun hogere Zelf, in afstemming met Kairos wilden sterven. Zouden we in de stervenszorg kunnen oefenen om een stap terug te doen en meer ruimte te geven aan het werk van Kairos? Om meer van Chronos naar Kairos te gaan?
Laten we stervenden die alle houvast van het aardse leven loslaten en naar binnen keren, alle tijd gunnen. Staan we ernaast met gefocuste ogen of leunen we wat naar achteren om stil gewaar te worden wat er gebeurt met een open, warm en mild hart? Met een wijs hart wordt tijd kostbare belevingstijd.
Net zoals de geboortetijd wezenlijk is voor de persoonlijke geboortehoroscoop en het leven daarmee op aarde kleurt, drukt het stervensmoment zich ook uniek uit in een persoonlijke sterrenstand. Geeft dit moment, deze stonde, wellicht kleuring aan het leven hierna?